Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
“(…) met een noodzakelijke verhuizing wordt gedoeld op de situatie dat de werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd wanneer de huurder in de woning blijft wonen. In sommige gevallen zal niet alleen de aard van de renovatie bepalend zijn in de beoordeling of er een noodzaak tot verhuizen bestaat. Het is voorstelbaar dat bepaalde renovatiewerkzaamheden niet voor elke huurder een noodzaak geven tot verhuizen, maar dat op grond van bijkomende andere omstandigheden (bijvoorbeeld gezondheid of gezinssamenstelling) wel een noodzaak tot verhuizen bestaat. Wanneer de werkzaamheden strikt genomen wel kunnen worden uitgevoerd wanneer de huurder in de woning blijft wonen, maar de huurder er desalniettemin voor kiest om van het aanbod van de verhuurder om in een wisselwoning te verblijven gebruik te maken, dan is de verhuiskostenregeling niet van toepassing. (…)”. Onweersproken heeft TBV gesteld dat zij allerlei voorzieningen ter beschikking heeft gesteld aan de bewoners van het complex, waarin het gehuurde is gevestigd, zoals een rustwoning, een chemisch toilet, een noodkeuken en een waspunt. Onvoldoende is door [eiser] dan ook onderbouwd dat een verhuizing naar objectieve maatstaven noodzakelijk was. Voorts is niet gebleken van persoonlijke omstandigheden die ertoe zouden leiden dat in het geval van [eiser] een verhuizing noodzakelijk was.
“Een gebrek is een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.”.