Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 maart 2022 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte wijziging van eis en overlegging producties 11 tot en met 22 zijdens Abn Amro;
- de brief van de advocaat van BBP van 22 augustus 2022 met bezwaar tegen de akte
- de op 30 en 31 augustus 2022 door de advocaat van BBP toegezonden producties 6 tot en
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 september 2022 met aangehechte spreekaantekeningen;
- de conclusie na mondelinge behandeling van BBP met producties 25 tot en met 33;
- de conclusie van antwoord na mondelinge behandeling van Abn Amro met producties 23 tot en met 27;
- de akte wijziging van eis van Abn Amro met producties 28 tot en met 31;
- de antwoordakte wijziging van eis van BBP;
- de akte uitlaten producties met overlegging producties 34 tot en met 37;
- de akte uitlaten producties van Abn Amro.
2.De feiten
- Bij vonnis van 10 oktober 2018 is [gedaagde sub 2] door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.882.620,26 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten aan Abn Amro. Dit vonnis is in kracht van gewijsde gegaan.
- De veroordeling van [gedaagde sub 2] vloeit voort uit een in 2006 en 2008 door Abn Amro verstrekte financiering aan de [maatschap] in verband met de aankoop van onroerend goed. [gedaagde sub 2] en de heer [naam 1] waren maten in die maatschap en zij waren hoofdelijk aansprakelijk voor terugbetaling van de lening.
- Op 15 september 2006 is de [maatschap] ontbonden en het onroerend goed is toen ingebracht in een andere vennootschap, namelijk CB-NL Development BV. Bij de herfinanciering in 2008 heeft [gedaagde sub 2] zich (net als [naam 1] ) hoofdelijk verbonden jegens Abn Amro tot terugbetaling van de aan CB-NL Development BV verstrekte lening, welke als einddatum 1 januari 2011 had.
- Ter afwikkeling van de maatschap hebben [naam 1] en [gedaagde sub 2] op 12 maart 2010 een vaststellingsovereenkomst (hierna: vso) gesloten. In de vso zijn over meerdere onderwerpen afspraken gemaakt, zoals het onroerend goed aan de [adres] te [plaats 2] waarover het volgende is vermeld:
- 2. CB-NL II B.V. levert per 1 april 2010 aan AMB(rb: [gedaagde sub 2] )
dan wel een door AMB nader te noemen meester de grond gelegen aan de [adres] te [plaats 2] , groot 1,2 hectare, aan partijen wel bekend, voor de prijs van € 1,--. (…)AMB neemt de op de grond rustende hypotheek met de hoofdsom van € 440.000,00 over. De rente over deze hypotheek is met ingang van 1 april 2010 voor rekening van AMB. (…)(…)Art. 5 De Stichting Breda Business Park(…)1. Het pand [adres] te [plaats 2] is economisch eigendom van AMB.2. Per 1 april 2010 zullen de certificaten welke thans eigendom zijn van AMB worden gedecertificeerd zodat AMB juridisch eigenaar wordt. Aangezien het pand met ondergrond sinds augustus 2007 niet in waarde is gestegen, maar in waarde eerder achteruit is gegaan, (…), zal over de decertificering geen overdrachtsbelasting zijn verschuldigd. De notariële kosten van deze decertificering zijn voor rekening van AMB.Indien AMB het pand geleverd wil zien aan een nader te noemen meester, zal ELP(rb: [naam 1] )
in zijn kwaliteit van bestuurslid van de Stichting Breda Business park daaraan meewerken, op aanwijzing van AMB. (…) - Bij e-mail van 29 maart 2020 heeft [naam 1] aan [gedaagde sub 2] medegedeeld:
- Op 1 april 2010 heeft [gedaagde sub 2] het pand en de grond aan de [adres] te [plaats 2] ingebracht in de lege vennootschap BBP die toen nog [bedrijf] BV was genaamd. Op dezelfde datum zijn de aandelen van BBP aan de Spaanse vennootschap Carbonera Costablanca SL overgedragen. BBP is daardoor deel gaan uitmaken van een groep Spaanse vennootschappen waarvan de moedervennootschap Savoy Real Estate SL is en in welke groep [gedaagde sub 2] aandelen heeft (gehad).
- Deze groep vennootschappen bestond op dat moment onder meer uit de volgende vennootschappen. Carbonera Costa Blanca SL was enig aandeelhouder van BBP. Savoy Activos Reales SL hield 99% van de aandelen in Carbonera Costa Blanca SL. Grootaandeelhouder van Savoy Activos Reales SL was Savoy Real Estate SL. Bij oprichting van die laatste vennootschap werd 50% van de aandelen gehouden door [gedaagde sub 2] en 50% door mevrouw [naam 2] , op dat moment de echtgenote van [gedaagde sub 2] .
- In de leveringsakte van 1 april 2010 en rectificatieakte van 4 oktober 2010 staat dat aan BBP het pand en de grond aan de [adres] te [plaats 2] wordt overgedragen tegen een koopprijs van € 900.000,00. Verder staat in de akte dat de koopprijs van € 900.000,00 conform de vso is verrekend, behoudens een restant van € 94.000,00 dat [gedaagde sub 2] aan [naam 1] dient te betalen.
- Voor de overdracht rustten er op het pand en de grond aan de [adres] te [plaats 2] hypotheken van FGH bank voor verstrekte geldleningen. Deze zijn blijkens de akte van levering op het pand en de grond blijven rusten.
- Bij e-mail van 21 april 2010 heeft [naam 1] aan FGH bank medegedeeld:
- Abn Amro heeft in maart en april 2021 conservatoir verhaalsbeslag gelegd ten laste van BBP op de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats 2] en onder de ING. Deze beslagen zijn bij vonnis in kort geding op 28 december 2021 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant opgeheven wegens summierlijke ondeugdelijkheid van de vordering waarvoor de beslagen zijn gelegd.
- Op 15 november 2022 heeft BBP het pand met de grond aan de [adres] te [plaats 2] aan een derde verkocht voor een bedrag van € 1.800.000,00.
- Abn Amro heeft na de verkoop opnieuw beslag gelegd op de bankrekening van BBP bij ING en dat heeft voor een bedrag van € 11.555,89 doel getroffen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“AMB en de door hem vertegenwoordigde vennootschappen naar Spaans recht Costa Blanca XXI Holding SL, Costa Blanca XXI IPC SL, Costa Blanca Carbonera SL, Costa Blanca XXI San Diego SL, Savoy Activos Reales SL, Savoy Real Estate SL doen afstand van alle aanspraken en vorderingen jegens CB-NL Development B.V. en de aan deze vennootschap verbonden vennootschappen (…)”
(…) ELP doet afstand van alle aanspraken en vorderingen jegens de Spaanse vennootschappen die verbonden zijn aan AMB (…)
ELP betaalt AMB uiterlijk per 1 april 2013 een bedrag van € 175.000,00 ter zake van de koop van de grond Voormolen, (…) Dit bedrag wordt betaald naar bankrekening (…) ten name van Savoy Activos Reales S.L. (…)
ELP en AMB ondertekenen deze overeenkomst. Zij doen dat voor zich in privé, alsmede voor alle vennootschappen en stichtingen waarin zij zeggenschap hebben dan wel waarvan zij directeur, bestuurder, zaakvoerder of beheerder zijn, een en ander zoals hierboven aangegeven in art. 1 lid 1. ELP en AMB garanderen jegens elkaar onvoorwaardelijk en onherroepelijk dat de aan hen verbonden vennootschappen de bepalingen van deze overeenkomst stipt zullen nakomen.
€ 11.945,50(3,5 punten x € 3.413,00)