ECLI:NL:RBZWB:2024:3085
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een informatiebeschikking door de Belastingdienst en de gevolgen van schending van de administratieplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 mei 2024, wordt het beroep van belanghebbende, een besloten vennootschap die een avondwinkel en slijterij exploiteert, tegen de informatiebeschikking van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had de informatiebeschikking opgelegd omdat belanghebbende de administratieplicht van artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) zou hebben geschonden. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht de informatiebeschikking heeft gegeven, omdat de administratie van belanghebbende niet voldeed aan de wettelijke eisen. Belanghebbende had geen gedetailleerde kassagegevens bewaard en de administratie was niet controleerbaar. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat de inspecteur de informatiebeschikking kon uitreiken zonder voorafgaand overleg over de hoogte van de omzet. De rechtbank concludeert dat de gebreken in de administratie van belanghebbende zodanig zijn dat deze niet als betrouwbare basis kan dienen voor de belastingheffing, wat leidt tot omkering en verzwaring van de bewijslast. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte administratie en de gevolgen van het niet naleven van de administratieplicht.