ECLI:NL:RBZWB:2024:3179

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024
Zaaknummer
10785657 _ MB VERZ 23-414
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke gegrondverklaring en wijziging feitcode

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op de autosnelweg A58 te ’s-Heer Arendskerke op 12 juli 2022. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 10 april 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, mr. N.G.A. Voorbach, heeft het beroep ingediend.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, namelijk het rijden van 17 km/h te hard, voldoende is aangetoond door de verbalisant. De gemachtigde voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat er een gedragsregel gold die het rijden van 130 km/h tussen 19.00 en 06.00 uur toestond. De zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, heeft echter verzocht om de feitcode te wijzigen naar VL017, wat de kantonrechter heeft goedgekeurd. De kantonrechter oordeelde dat de wijziging van de feitcode niet nadelig was voor de betrokkene, aangezien de essentie van de boete niet veranderde.

De kantonrechter heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard, de feitcode gewijzigd en een proceskostenvergoeding van € 686,75 toegekend aan de betrokkene. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10785657 \ MB VERZ 23-414
CJIB-nummer : 5062 5422 5084 7149
uitspraakdatum : 9 april 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. N.G.A. Voorbach (Verkeersboete.nl)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 april 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 17 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1) op de A58 te ’s-Heer Arendskerke op 12 juli 2022 om 02.29 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Op de A58 ter hoogte van Goes geldt de gedragsregel dat tussen 19.00 en 06.00 uur 130 kilometer per uur mag worden gereden. Dit blijkt ook uit het kaartje van Rijkswaterstaat. Het gaat hier om handhaving op de gedragsregel en niet op een bord A1.
Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding en deze uitsluitend bevrijdend kan worden betaald door het verschuldigde bedrag over te maken op het rekeningnummer van [B.V.].
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep deels gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De gedraging is vastgesteld doordat de gedragsregel is overtreden en niet omdat het verkeersbord A1 is genegeerd. De zittingsvertegenwoordiger verzoekt de feitcode te wijzigen in VL 017. Het sanctiebedrag behorend bij de gewijzigde feitcode is hetzelfde als het opgelegde boetebedrag.

Overwegingen

Vaststelling van de gedraging
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat betrokkene de maximaal toegestane snelheid heeft overschreden.
De zittingsvertegenwoordiger heeft voorgesteld het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren in die zin dat de feitcode moet worden gewijzigd in feitcode VL017.
Aan betrokkene is een boete opgelegd voor feitcode VM017 met als omschrijving “17 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1)”. Uit het dossier en de stellingen van gemachtigde is gebleken dat deze feitcode niet juist is. De verbalisant had feitcode VL017 moeten gebruiken met als omschrijving “overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom met 17 km/h”. Bij die feitcode hoort hetzelfde boetebedrag.
Naar het oordeel van de kantonrechter wordt betrokkene door deze wijziging van de feitcode niet in zijn belangen geschaad. Voor betrokkene was voldoende duidelijk waar de boete betrekking op had. Aan de gewijzigde feitcode ligt geen ander feitencomplex ten grondslag. De feitcode zal daarom worden gewijzigd.
De kantonrechter zal het beroep gedeeltelijk gegrond verklaren en de feitcode wijzigen.
Proceskostenvergoeding
Ook zal de kantonrechter een proceskostenvergoeding toekennen. Daarbij wordt voor het schriftelijk aanvullen c.q. toelichten van het beroep 0,5 punt toegekend, gelijk aan de vergoeding voor een telefonische hoorzitting (zie ECLI:NL:GHARL:2021:7004).
administratief beroepschrift: 1 punt x gewicht 0,5 x € 624,- = € 312,00
schriftelijke aanvulling: 0,5 punt x gewicht 0,5 x € 624,- = € 156,00
beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,25 x € 875,- =
€ 218,75
totaal € 686,75
De gemachtigde heeft verzocht te bepalen dat alleen bevrijdend kan worden betaald door de bedragen over te maken op een bankrekening van de gemachtigde. Zoals het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in ECLI:NL:GHARL:2024:1 heeft overwogen is hiervoor geen wettelijke grondslag. Omdat de wijze van betaling, namelijk op een bankrekening van betrokkene, rechtstreeks voortvloeit uit artikel 13a, lid 3 van de Wahv, is er geen aanleiding om daarover in het dictum een beslissing op te nemen.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
  • wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat de feitcode wordt gewijzigd in VL017 met als omschrijving: “overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom met 17 km/h”;
  • veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 686,75.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 9 april 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: