Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De verdere beoordeling
4.2. [eiseres] stelt dat zij tot op heden als gevolg van het ongeval een beperkt uithoudingsvermogen heeft. Zij ervaart klachten als verminderde energie, conditievermindering, moeite met afstemmen en daarmee met verdelen van haar energie. Zij is motorisch onhandiger geworden; haar motoriek bij het lopen is veranderd en haar nek stond na het ongeluk in een scheve stand. [eiseres] ervaart prikkelverwerkingsproblemen, zij heeft een terugslag gekregen in de vorm van ernstige hoofdpijnen en misselijkheid bij blootstelling aan te veel prikkels. [eiseres] heeft moeite om zich te concentreren. [eiseres] heeft tweemaal een epileptische aanval gehad. Voor het ongeval kampte [eiseres] ook met klachten, maar die waren van geheel andere orde. Dat [eiseres] na het ongeval nog tweemaal haar hoofd heeft gestoten, is het gevolg van de motorische onhandigheid als gevolg van het ongeval, aldus steeds [eiseres] . Ter onderbouwing van haar stellingen verwijst [eiseres] naar rapportages van de neuroloog van het Amphia, de ergotherapeut, de revalidatiearts en de huisarts.
€ 5.000,00, zoals door [eiseres] in haar eerste schadestaat ook was opgenomen.
€ 9.000,00waarbij de rechtbank acht heeft geslagen op de zaken uit de Smartengeldgids 2024 met nummers 2.591, 206 en 440 en rekening houdt met de aard van de aansprakelijkheid.
€ 4.940,48
€ 6.094,32
€ 5.935,96 +
€ 1.697,08(10% van € 16.079,76).
€ 60,00toe, gebaseerd op een tweedaags verblijf in het ziekenhuis.
€ 235,35toewijst.
€ 20,00ter zake pijnstilling toe. Gelet op de aard van het ongeval is het aannemelijk dat [eiseres] kosten voor pijnstillers heeft moeten maken. Wat betreft het eigen risico/de eigen bijdrage is naar het oordeel van de rechtbank over 2018 een bedrag van
€ 804,71toewijsbaar nu uit de in het geding gebrachte specificaties blijkt dat tot dit bedrag na het ongeval aan eigen risico in rekening is gebracht (uit de oudste specificatie volgt dat voorafgaand aan het ongeval € 15,38 aan eigen risico in rekening is gebracht). Voor de jaren vanaf 2019 had van [eiseres] verwacht mogen worden dat zij het eigen risico zou terugbrengen naar het wettelijk verplichte bedrag. Op de zitting heeft [eiseres] aangegeven dat telkens te vergeten. Dit dient niet voor rekening van [gedaagde] te komen. Uit de in het geding gebrachte producties volgt wel dat in de jaren 2019 tot en met 2021 telkens het verplichte eigen risico van € 385,- is betaald met name in verband met medicijnengebruik, maar niet is onderbouwd dat als gevolg van het ongeval (en niet al als gevolg van de pre-existente problematiek) op dit punt schade is geleden.
€ 750,00.
€ 750,00
.De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- Griffierecht € 86,00
- Salaris advocaat € 1.965,00 (2,5 punten x tarief III € 786,00)
- Nakosten