ECLI:NL:RBZWB:2024:387

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
26 januari 2024
Zaaknummer
10818983 OV VERZ 23-5911 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot machtiging verwerping nalatenschap wegens verstrijken termijn

Op 24 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verwerping van een nalatenschap. Het verzoek tot machtiging tot verwerping werd ingediend door een verzoekster, die als bewindvoerder optreedt voor de rechthebbende. De rechthebbende was een erfgenaam van de heer [erflater], die op [datum] 2023 te [plaats 3] is overleden. Volgens de wet, specifiek artikel 4:193 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, is de wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam verplicht om binnen drie maanden na het overlijden van de erflater een verklaring van beneficiaire aanvaarding of verwerping af te leggen. In dit geval had de verklaring uiterlijk op 26 september 2023 moeten worden ingediend. Het verzoek tot machtiging tot verwerping werd echter pas op 29 november 2023 ingediend, wat betekent dat de termijn ruimschoots was overschreden.

De kantonrechter heeft in een brief van 30 november 2023 aan de verzoekster medegedeeld dat het verzoek waarschijnlijk zou worden afgewezen, en de verzoekster kreeg de gelegenheid om hierop te reageren. Er werd echter geen reactie ontvangen. Gezien het feit dat het verzoek te laat was ingediend, heeft de kantonrechter besloten het verzoek af te wijzen. Dit betekent dat de nalatenschap als beneficiair aanvaard wordt beschouwd, wat inhoudt dat de erfgenamen verplicht zijn om de nalatenschap te vereffenen volgens de wet. De verzoekster zal namens de rechthebbende erfgenaam optreden als vereffenaar, met inachtneming van de relevante bepalingen in het Burgerlijk Wetboek en de richtlijnen voor de vereffening van nalatenschappen.

De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaaknummer: 10818983 OV VERZ 23-5911

beschikking d.d. 24 januari 2024 op een verzoek ex artikel 4:193 lid 1 BW

ingediend door:
[verzoekster], werkzaam bij [bewindvoering] te [plaats 1] , hierna te noemen “verzoekster”.
1.
Het verzoek en de beoordeling
1.1.
Ter griffie werd op 29 november 2023 een verzoekschrift met bijlagen ontvangen. Het verzoek strekt ertoe de machtiging van de kantonrechter te verkrijgen om namens
[rechthebbende], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1934, wonende te [plaats 2] , een nalatenschap te kunnen verwerpen.
1.2.
Uit het verzoekschrift met bijlagen volgt dat op [datum] 2023 te [plaats 3] is overleden de heer [erflater] , geboren te [plaats 4] , op
[geboortedag 2] 1958, laatstelijk gewoond hebbend te [plaats 5] .
1.3.
Verzoeker heeft voorts gesteld dat zij de bewindvoerder is van de [rechthebbende] voornoemd en dat laatstgenoemde tot de nalatenschap van erflater is geroepen. Om redenen als vermeld in het verzoekschrift is de wens aanwezig om de nalatenschap te kunnen verwerpen.
1.4.
Ingevolge artikel 4:193 lid 1 BW is de wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam in beginsel verplicht een verklaring van beneficiaire aanvaarding of verwerping af te leggen binnen drie maanden nadat de nalatenschap de erfgenaam is toegekomen. In dit geval is de nalatenschap aan de rechthebbende toegekomen op het moment dat erflater overleed op [datum] 2023. Dit brengt met zich dat er namens de rechthebbende uiterlijk op 26 september 2023 een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping had moeten worden afgelegd. Het verzoek tot machtiging tot verwerping van de nalatenschap is ruim na het verstrijken van deze termijn ingediend.
1.5.
Bij brief van 30 november 2023 is aan verzoekster medegedeeld dat de kantonrechter, om redenen zoals hierboven vermeld, voornemens is het verzoek af te wijzen. Verzoekster is in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit voornemen, indien gewenst ter gelegenheid van een mondelinge behandeling. Van verzoeker werd geen reactie ontvangen.
1.6.
Het voorgaande leidt ertoe dat het verzoek zal worden afgewezen. Dit brengt met zich, dat de nalatenschap ingevolge artikel 4:193 lid 2 BW geldt als beneficiair aanvaard. In beginsel leidt deze beneficiaire aanvaarding tot de verplichting voor de erfgenamen om de nalatenschap te vereffenen volgens de wet en treedt verzoeker daarbij namens de rechthebbende erfgenaam op als vereffenaar. Voor de taken van de vereffenaar wordt verwezen naar hetgeen is bepaald in boek 4, titel 6, afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek en de ‘Richtlijnen Vereffening nalatenschappen’ die op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd.
2. De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van der Burgt, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.