In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 12 juni 2024, wordt het beroep van de erven van [belanghebbende] tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tholen beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 17 november 2021 de waarde van de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats] vastgesteld op € 237.000 per 1 januari 2020. Na bezwaar van de belanghebbende werd deze waarde verlaagd naar € 175.000. De rechtbank heeft het beroep op 9 april 2024 behandeld, waarbij partijen overeenstemming hebben bereikt over een compromis. De waarde van de woning wordt nu vastgesteld op € 150.000 voor het belastingjaar 2021. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag onroerendezaakbelastingen dienovereenkomstig. Tevens wordt bepaald dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan de belanghebbende moet vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.