Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.De verdere beoordeling
€67,50 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 12 juni 2024 een eindvonnis uitgesproken na een tussenvonnis van 1 mei 2024. De zaak betreft een geschil tussen NS Reizigers B.V., eiseres, en een gedaagde die in persoon procedeert. De kantonrechter had in het tussenvonnis het voornemen uitgesproken om de overeenkomst voor 25% te vernietigen, waarop gedaagde zich niet heeft verzet. Dit leidde tot de beslissing om de overeenkomst gedeeltelijk te vernietigen, wat resulteert in een toewijsbare hoofdsom van € 484,59, na correctie van een onjuiste hoofdsom door eiseres.
Daarnaast heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten, die zijn vastgesteld op € 72,69, en de proceskosten, die in totaal € 644,04 bedragen. De gedaagde is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eijssen-Vruwink en openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.