Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- het tussenvonnis van 6 december 2023 en de daarin genoemde processtukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende akte wijziging van eis in conventie met producties 18 tot en met 32;
- de antwoordakte van [eenmanszaak] ;
- het bericht van mr. D. Westenberg, dat zij zich onttrekt als advocaat van [eenmanszaak] ;
- de mondelinge behandeling van 18 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
3.De feiten
[eenmanszaak] , eenmanszaak van [gedaagde in conventie] , zal in hoofde van [gedaagde in conventie] garant staan dat bad gebouwd gaat worden. Indien [bedrijf 1] deze verplichting niet kan voldoen . [eenmanszaak] ( [gedaagde in conventie] ) zal deze offerte overnemen en vervolledigen volgens (deze offerte/afspraak.(…)”
Das prima [eiseres in conventie] , we verwachten 1-15 juli financiering binnen te hebben. Tegels en folie zijn besteld en kunnen vanaf die tijd geleverd worden, ook volledige techniek.”
Dit is wat mij betreft nog erg vaag. Ik wacht jullie gedetailleerde planning af en vertrouw van een snelle afronding van de werkzaamheden. (…)”
Hoi [eiseres in conventie] , klopt we kunnen zeker een planning doorsturen over welke stappen. Maar wanneer we de werken uitvoeren is afhankelijk van wanneer de financiering in orde is
4.De vorderingen van [eiseres in conventie] (de zaak in conventie)
primair€ 104.050,20 en
subsidiair€ 84.731,90, te vermeerderen met de wettelijke rente (primair) vanaf 10 juli 2023, of (subsidiair) vanaf de dag van dagvaarding of (meer subsidiair) te bepalen dat het bedrag binnen 14 dagen na datum van het vonnis betaald moet zijn, en als dat niet gebeurt er wettelijke rente verschuldigd wordt,
6.De beoordeling
anderegraafwerkzaamheden wel onder de eerste overeenkomst vielen heeft onderbouwd met een foto en een whatsappbericht over het uitvoeren van graafwerkzaamheden door [bedrijf 1] , had het op de weg gelegen van [eenmanszaak] om de stelling gemotiveerd te weerspreken. Nu [eenmanszaak] dat niet heeft gedaan, staat voor de rechtbank vast dat de graafwerkzaamheden anders dan voor het gat voor het zwembad wel onder de werkzaamheden vielen die [bedrijf 1] onder de eerste overeenkomst zou uitvoeren.
7.De beslissing
woensdag 3 juli 2024om beide partijen in de gelegenheid te stellen een akte in te dienen waarin zij zich uitlaten over de vraagstelling aan de deskundige en de persoon van de deskundige,