3.De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
- [bedrijf] heeft een bedrijf in elektrotechnische installatie.
- Op 10 maart 2023 heeft [gedaagde] een offerte opgevraagd bij [bedrijf] voor het leveren en installeren van 12 en 15 zonnepanelen voor een nog door [gedaagde] te realiseren schuin dak zonder dakpannen aan de [adres] .
- [gedaagde] heeft [bedrijf] uiteindelijk opdracht gegeven om 10 zonnepanelen met bijbehorende onderdelen te leveren en te installeren.
- Op de door [gedaagde] digitaal ondertekende offerte staat dat als bijbehorende onderdelen onder andere worden geleverd:
- 10 onderconstructie Solarstell Nederland
- 1 omvormer GROWATT 3300TLX
- 1 Wifi dongel zodat u de opbrengst in een mobiele app kunt zien.
- Op de offerte staat verder nog:
Prijs voor particulieren
€ 4900
Btw bedrag (indien zakelijk)
€ 0
Prijs incl. btw (zakelijk)
€ 4900
€ 0
Totale investering (bij betaling bij oplevering) A
€ 4900
Totale investering als u niet bij oplevering betaalt B
€ 6125
“
Overeengekomen is dat u betaalt bij de werkende oplevering, hiervoor hebben wij een korting toegepast en betaalt u enkel het bedrag vermeld bij A). Indien u dit nalaat en er eveneens niet voor zorgt dat het bedrag binnen 3 dagen middels de betaallink voldaan is, dan geldt de prijs vermeld bij optie B
[…]”
- Op 31 maart 2023 is er via Whatsapp contact geweest tussen partijen. In de berichten van die dag heeft [bedrijf] om 16:39 geschreven:
“
ik begrijp dat mijn collega per ongeluk een andere offerte voor u gemaakt heeft. Hierbij is geen rekening gehouden met die situatie. Ik kan bij wijze van uitzondering de opdracht voor u uitvoeren zonder optimize2rs voor het geoffreerde bedrag +500€ […]”
Om 16:59 heeft [gedaagde] geantwoord met het volgende bericht:
“
+500 […] is okay, maar wanneer worden ze dan geïnstalleerd?”
- [bedrijf] heeft op 13 april 2023 de zonnepanelen geleverd en geïnstalleerd en daarvoor dezelfde dag een factuur gestuurd aan [gedaagde] voor een bedrag van € 6.534,00 met een vervaldatum van 16 april 2023.
- Op 14 april 2023 heeft [gedaagde] per Whatsapp en e-mail een bericht gestuurd aan [bedrijf] waarin hij onder meer aangeeft dat een verkeerde omvormer is geïnstalleerd en dat hij de installateurscode niet weet.
- Op 17 april 2023 heeft [gedaagde] per e-mail een bericht gestuurd aan [bedrijf] waarin hij aangeeft wat er volgens hem fout is gegaan. [gedaagde] schrijft vervolgens:
“
Bottomline :ik stel voor dat u ff in mijn schoenen gaat staan en mijn voorstel wat
ik hierbij ga doen kunt steunen. Ik stel voor om vooraan te beginnen namelijk 10 panelen voor 4600 euro minus 350 euro korting ivm verzetten nieuwbouwproject. Dat is dus 4250 ipv 5400 euro. Ik wil die 5400 euro wél betalen als de omvormer vervangen wordt door een Growatt omvormer die geschikt is voor 14 panelen en 4 panelen extra geleverd worden .”
- Op 18 april 2023 heeft [gedaagde] per Whatsapp om 16:04 nog een ander voorstel gestuurd aan [bedrijf] . [bedrijf] heeft hierop om 16:09 gereageerd met het volgende bericht:
“
Nee zo werkt het niet. U kunt een 3300 omvormer krijgen en that’s it. U betaalt netjes vandaag want anders gaat de verhoging komen.”
- [gedaagde] heeft een bedrag van € 3.000,00 betaald.
- Op 19 april 2023 heeft [gedaagde] per brief [bedrijf] zijn beklag gedaan over de gang van zaken. Hij beëindigt de brief met de tekst:
“
Bij deze stel ik u in gebreke en verzoek om een passende oplossing binnen 6 weken en een reactie binnen 2 weken. Ik hoop van harte dat wij beiden uit deze impasse komen,”
- Op 19 april 2023 heeft [gedaagde] ook een e-mail gestuurd aan [bedrijf] . Daarin schrijft hij:
“
Ik doe een laatste poging om tot een bevredigende oplossing te komen. Ik ben bereid om 5400 euro te betalen voor 12 panelen met een daarvoor geschikte Growatt omvormer of 6000 euro voor 14 panelen met een daarvoor geschikte
omvormer. Als je daarmee akkoord gaat betaal ik direct 50% en 50% als het systeem werkt inclusief de app want die werkt ook nog niet.”
- Op 13 juni 2023 heeft de gemachtigde van [bedrijf] per post en per e-mail een bericht gestuurd aan [gedaagde] met een sommatie om het restant van de aanneemsom te betalen.
- Op 20 juni 2023 heeft [gedaagde] hierop per e-mail gereageerd met – onder meer – de volgende tekst:
“
Bottomline : ik heb nog steeds geen werkend systeem. Niets uit de offerte klopt. De 3000 euro die ik betaald heb is meer dan wat er is geleverd. Ik ben nog steeds bereid te praten over een oplossing.”
- Op 2 oktober 2023 en op 2 november 2023 heeft de gemachtigde van [bedrijf] sommaties gestuurd aan [gedaagde] .
- Partijen corresponderen nog over de oplossing die [gedaagde] wil, maar bereiken geen overeenstemming.
4. Het geschil
4.1.[bedrijf] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van
- een bedrag van € 3.534,00 aan hoofdsom, vermeerderd met rente vanaf 17 november 2023
- een bedrag van € 500,00 wegens schade
- een bedrag van € 528,40 aan buitengerechtelijke kosten
- de proceskosten
4.2.[bedrijf] voert daarvoor het volgende aan. [bedrijf] stelt dat hij de overeenkomst met [gedaagde] is nagekomen. Daarom moet [gedaagde] de overeengekomen prijs betalen, een bedrag van € 6.534,00 inclusief btw. Er staat hiervan nog een bedrag open van € 3.534,00. [bedrijf] heeft erkend dat een verkeerde omvormer is geleverd en is bereid de juiste omvormer te leveren. [gedaagde] heeft daarvoor echter geen gelegenheid gegeven. Daardoor is de omvormer inmiddels gedateerd en kan [bedrijf] deze niet meer bij een ander gebruiken. Hierdoor lijdt [bedrijf] schade voor een bedrag van € 500,00. Dit bedrag komt voor rekening van [gedaagde] . Door niet te voldoen aan zijn betalingsverplichting, is [gedaagde] in verzuim vanaf 17 november 2023. Vanaf die datum maakt [bedrijf] aanspraak op wettelijke rente. [bedrijf] heeft kosten gemaakt om zijn vordering buiten rechte te bewerkstelligen. Daarom maakt hij ook aanspraak op betaling van een bedrag van € 528,40 aan buitengerechtelijke kosten.
4.3.[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [bedrijf] .
4.4.[gedaagde] voert daarvoor het volgende aan. [gedaagde] betwist dat het gevorderde bedrag juist is, omdat dit een bedrag inclusief btw is, terwijl voor zonnepanelen geen btw betaald hoeft te worden. Bovendien is een toeslag van € 500,00 in rekening gebracht, omdat volgens [bedrijf] de situatie van [gedaagde] moeilijk zou zijn, terwijl de installatie een makkelijke klus was volgens de installateurs. Ook is een foute onderconstructie geoffreerd. De door de ZZP-ers zelf gehaalde en toegepaste onderconstructie is veel simpeler en goedkoper dan de Solarstell uit de offerte.
Daarnaast stelt [gedaagde] dat alles wat mis kon gaan ook misgegaan is in de communicatie en bij de installatie van de zonnepanelen. Er was en is volgens hem geen sprake van een werkend systeem. De app werkte niet, omdat [bedrijf] de daarvoor benodigde installateurscode niet gaf. Die is pas op 14 november 2023 gegeven. Ook is een verkeerde omvormer geïnstalleerd. [gedaagde] betwist dat [bedrijf] heeft aangeboden om de juiste omvormer te plaatsen en dat hij [bedrijf] geen gelegenheid zou hebben gegeven om dat te doen. Hij betwist dat [bedrijf] in verband met de omvormer schade lijdt van € 500,00. [gedaagde] heeft tot slot meerdere voorstellen gedaan om de zaak op te lossen, maar [bedrijf] is niet akkoord gegaan.
4.5.Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.