Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2. [gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Hallo [eiseres] ik heb een vraag. [gedaagde 1] zit bijna in haar zwangerschapsverlof en is bezig met de aanvraag van een uitkering maar ze vragen om een huurovereenkomst waarop te zien is dat ze de [straat] op haar naam alleen huur en pas sinds maart huur en dat het gemeubileerd verhuurd wordt en de huurprijs 700 euro is. (geen 1150). Ik wou vragen of u dit misschien in elkaar kunt zetten? Sorry als het te veel gevraagd is dit begrijp ik xx”.Hierop reageert [eiseres] diezelfde dag als volgt:
“Maar de huurovereenkomst had ik al gegeven Maar ik zal het even aanpassen”. Ter zitting heeft [eiseres] toegelicht dat zij van plan was om al eerder een huurovereenkomst op te stellen, maar zij dat toch niet heeft gedaan. Pas naar aanleiding van het verzoek van [gedaagde 2] om een schriftelijke huurovereenkomst op te stellen heeft zij dit contract volledig opgesteld en daarmee voldaan aan het door [gedaagde 2] gedane verzoek van 28 mei 2020. Onder alle voornoemde omstandigheden gaat de kantonrechter ervan uit dat [gedaagde 2] en [gedaagde 1] samen de woning hebben gehuurd bij [eiseres] en dat zij allebei huurder zijn. Dit betekent dat zij beide verantwoordelijk zijn voor de huurbetalingen.
“Hey [eiseres] . Ik heb even 1150 euro naar u overgemaakt van de afgelopen maand. Ik heb dan nog 800 euro opstaan bij u van de maand ervoor. Aankomende 1 maart zal de aankomende maand ook weeer netjes betaald worden.”Op 9 maart 2021 om 15:59:09 stuurt [gedaagde 2] aaan [eiseres] :
“Goeie middag [eiseres] . Ik kan mijn oude whatsapp niet meer in daarom kwamen u berichten niet aan. Heeft u inmiddels de 1150 euro al ontvangen?”Op 22 april 2021 om 12:48:00 stuurt [gedaagde 1] het volgende bericht met de telefoon van [gedaagde 2] :
“Hey [eiseres] met [gedaagde 1] . [gedaagde 2] is morgen vrij volgens zijn advocaat. Ik zal vandaag zelf 1000 euro naar u overboeken maar dan moet ik nog even snel langs de ing”.[eiseres] stuurt op 27 april 2021 om 12:44:16:
”Heb mijn ouders al gezegd dat er een envelop door de brievenbus komt voor mij. Is dat dan 2100 of alleen van vorige maand”,waarop [gedaagde 2] diezelfde dag reageert:
“van vorig maand en mijn auto ga ik zo verkopen dan is er ook van vandaag lgende maand”.Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit de Whatsapp-gesprekken afdoende worden afgeleid dat partijen allebei uitgingen van een huurprijs van € 1.150,00 per maand. [gedaagde 1] voert aan dat de maandelijkse huurprijs € 700,00 bedraagt. Daarbij baseert zij zich op de schriftelijke huurovereenkomst en op een afspraak die zij had met [gedaagde 2] om aan hem te betalen wat ze kon missen. Hij zou dan de huur betalen. Zij voert aan nooit te hebben geweten dat er mogelijk een andere afspraak was gemaakt tussen [eiseres] en [gedaagde 2] voor een maandelijks huurprijs van € 1.150,00. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde 1] deze stelling – in het licht van voormelde app-gesprekken - onvoldoende gemotiveerd heeft onderbouwd. De enkele verwijzing door haar naar de schriftelijke huurovereenkomst, waarin is opgenomen dat een bedrag van € 700,00 wordt overeengekomen is daartoe onvoldoende. Uit de app-gesprekken tussen [gedaagde 2] en [eiseres] is immers genoegzaam gebleken dat er een lager bedrag van € 700,00 op papier is gezet maar dat er daadwerkelijk € 1.150,00 per maand werd betaald. Dat [gedaagde 1] mogelijk in haar onderlinge relatie ten aanzien van haar partner andere betalingsafspraken had, gaat [eiseres] als verhuurder niet aan. [eiseres] heeft ter zitting toegelicht dat zij in eerste instantie van plan was om haar woning via een makelaar te verhuren voor een huurprijs tussen de € 1.800,00 - € 2.300,00. Omdat zij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] graag wilde helpen heeft zij slechts een bedrag van € 1.150,00 per maand aan huur gevraagd. [eiseres] heeft onweersproken gesteld dat een maandelijks bedrag van € 1.150,00 net kostendekkend is voor haar om de hypotheeklasten en de gemeentelijke belastingen te betalen. Ook in dat licht acht de kantonrechter een afgesproken huurprijs van € 700,00 niet aannemelijk. Daarmee zou [eiseres] een huur zijn overeengekomen die niet kostendekkend zou zijn en zichzelf daarmee in de vingers snijden. Gelet op het voorgaande staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat de overeengekomen maandelijkse huurprijs tussen [eiseres] en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] (in beginsel) € 1.150,00 bedraagt.
“Goede avond [gedaagde 2] , Mijn ouders gaven net door dat je een enveloppe in de bus hebt gedaan. Dit is 1150,- ipv 1250,- dus 100,- tekort”.Vervolgens heeft [eiseres] op 16 maart 2022 aan [gedaagde 2] gestuurd dat zij van plan is om het huis te gaan verkopen, dat zij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de tijd wil geven om een nieuwe woning te vinden en vraagt zij het restant van de huur diezelfde week nog te betalen. [gedaagde 2] reageert op dit bericht met
“Om 100 euro dit bericht?”. Dit bericht alleen acht de kantonrechter onvoldoende om aan te nemen dat een huurverhoging is overeengekomen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiseres] verder niet voldoende onderbouwd vanaf welk moment de huurprijs is verhoogd, op grond waarvan zij tot dit nieuwe bedrag is gekomen en hoe zij deze verhoogde huurprijs aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] kenbaar heeft gemaakt. Dit betekent dat de kantonrechter in de verdere beoordeling uitgaat van een maandelijkse huurprijs van € 1.150,00.
“03-04-2019 19:30:35 [gedaagde 2] : Ja ik zie het.. Dat komt omdat ik hem naar boven heb gedragen. Zegt u maar als ze willen afdingen dna vul ik het bedrag wel aan want dit is totaal mijn verantwoordelijkheid en had echt niet mogen gebeuren. (…)
04-08-2021 10:29:17 [eiseres] : Ik betaal de hypotheek, rioolrechten, waterschapsbelasting en alarm systeem dus ik verwacht wel dat dit gecompenseerd word. Ik verdien er niets op om jullie in het huis te laten wonen. (…)
5.De beslissing
- een bedrag van € 7.105,00 aan huurachterstand te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de huurtermijnen tot aan de dag van volledige betaling;
- een bedrag van € 1.150,00 per maand voor iedere maand vanaf augustus 2023 tot en met de datum van ontruiming van het gehuurde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de huurtermijnen tot aan de dag van volledige betaling;
- een bedrag van € 763,95 aan kosten voor Brabant Water;
- een bedrag van € 1.150,00 voor de stoelen;
- een bedrag van € 1.196,08 voor de kosten van het alarmsysteem;