GGz Breburg Groep (hierna: GGz) is een organisatie die zich bezighoudt met het (doen) aanbieden van ambulante, semi-murale en intramurale geestelijke gezondheids-en verslavingszorg;
het [project] (hierna: [project] ) is een initiatief van GGz en diverse ketenpartners, waarbij mensen met een ontwrichtende ervaring tot rust kunnen komen en aan hun herstel werken om zo (zelfstandig) te kunnen terugkeren in de maatschappij. Het biedt geen langdurige opvang of begeleidingsmogelijkheden en de opvang is in duur beperkt tot hoogstens twee weken;
GGz huurt het [project] , bestaande uit 9 kamers van Stichting Leystromen sinds 1 juli 2021;
Volgens artikel 1.1 van de huurovereenkomst bestaat het gehuurde uit een woongebouw met negen logeerplekken, een separate dagbestedingsruimte, terrein en landbouw- en bosgrond;
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn via Stichting Maatschappelijke Opvang Breda (hierna: SMO) in beeld gekomen bij GGz. Zij leefden al jaren in een tent en leefden een zwervend bestaan zonder vaste woon- of verblijfplaats;
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben met toestemming van GGz op het terrein van het [project] hun tent op gezet. Vanuit SMO werd aan GGz aangegeven dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op de wachtlijst stonden voor een woonruimte via Woon-werkgemeenschap Stichting Emmaus Langeweg;
Op het terrein van het [project] bevinden zich een aantal woningen, eigendom van Stichting Leystromen;
GGz huurt drie van die woningen van Stichting Leystromen voor haar cliënten; Deze woningen worden gehuurd op basis van een allonge behorende bij de huurovereenkomst van 1 juli 2021;
In voornoemde allonge is opgenomen onder artikel 1 onder c) dat de uitbreiding door de huurder gebruikt zal worden ten dienste van de in artikel 1.2 genoemde bestemming;
De overige woningen worden rechtstreeks door Stichting Leystromen zelf verhuurd.
GGz heeft [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aangeboden om één van de door haar van Stichting Leystromen gehuurde woonruimtes op het terrein te gebruiken, van welk aanbod [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gebruik hebben gemaakt. Partijen zijn een maandelijkse huurprijs van € 494,00 per maand overeengekomen;
de huurovereenkomst is verschillende keren verlengd, telkens opnieuw voor de duur van één maand;
GGz heeft op 13 maart 2023 kenbaar gemaakt aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dat de huurovereenkomst per 1 april 2023 eindigt;
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben hier per brief van 31 maart 2023 op gereageerd. In hun brief betwisten zij dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd door GGz;
GGz heeft de huurovereenkomst nogmaals bij brief van 25 oktober 2023 tegen