ECLI:NL:RBZWB:2024:4486
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 1 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 23/10538, waarin het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst met betrekking tot een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een opgelegde boete. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was omdat het griffierecht niet was betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. In deze zaak bedroeg het griffierecht € 365,-. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en had een termijn gesteld waarbinnen dit voldaan moest worden. Ondanks deze waarschuwingen heeft de belanghebbende het griffierecht niet tijdig betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en bleef het bestreden besluit van de inspecteur in stand. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.