ECLI:NL:RBZWB:2024:4674
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 8 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 23/10046, waarbij het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2023 van 26 november 2022, na een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst op 23 mei 2023. Het beroepschrift werd door de rechtbank Oost-Brabant doorgezonden naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was omdat het griffierecht van € 365,- niet was betaald. De griffier had de belanghebbende op 21 november 2023 gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en had een termijn gesteld. Ondanks een tweede herinnering op 20 december 2023, werd het griffierecht niet tijdig voldaan. De rechtbank concludeerde dat er geen verontschuldigbare reden was voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet inhoudelijk kon worden beoordeeld.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in bestuursrechtelijke procedures. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.