ECLI:NL:RBZWB:2024:4679
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 8 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 23/10996, waarin belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting. Het beroep is ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, gedateerd 2 november 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien belanghebbende geen goede reden heeft opgegeven voor het verzuim.
De griffier heeft belanghebbende op 21 november 2023 gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en een termijn gesteld. Ondanks een tweede herinnering op 20 december 2023, heeft belanghebbende het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brief op 22 december 2023 is bezorgd en dat er voor ontvangst is getekend. Aangezien belanghebbende geen verontschuldiging heeft gegeven voor het niet tijdig betalen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk heeft beoordeeld en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, in aanwezigheid van mr. W. Dekkers, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.