ECLI:NL:RBZWB:2024:4697

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 juli 2024
Publicatiedatum
11 juli 2024
Zaaknummer
AWB 23_9420
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van alcohol-, exploitatie- en kansspelvergunningen door de burgemeester van Terneuzen

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 juli 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de intrekking van haar alcoholvergunning, exploitatievergunning en kansspelvergunning beoordeeld. Eiseres, exploitant van een horeca-inrichting in Terneuzen, had eerder vergunningen verkregen van de burgemeester. Echter, na een politie-inval op 5 november 2022, waarbij verdovende middelen werden aangetroffen, besloot de burgemeester op 31 januari 2023 de vergunningen in te trekken. Eiseres maakte bezwaar, maar de commissie voor de bezwaarschriften adviseerde om het bezwaar ongegrond te verklaren. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester in redelijkheid tot intrekking van de vergunningen heeft kunnen besluiten, gezien de ernstige overtredingen van de Opiumwet en de gevolgen daarvan voor de openbare orde. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt de strikte regels rondom het verlenen en intrekken van vergunningen in het kader van de Alcoholwet en de Wet op de kansspelen, en bevestigt dat de burgemeester geen beleidsruimte heeft bij dwingende intrekkingsgronden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/9420

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juli 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. P.H. Pijpelink),
en

de burgemeester van de gemeente Terneuzen, de burgemeester.

Inleiding

1.1
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van 18 juli 2023 inzake de intrekking van de alcoholvergunning, exploitatievergunning en kansspelvergunning.
1.2
De burgemeester heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3
De rechtbank heeft het beroep op 7 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en namens de burgemeester [naam] .

Beoordeling door de rechtbank

2 De rechtbank beoordeelt de intrekking van de vergunningen. Zij doet dat onder meer aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3.1
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3.2
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Feiten en omstandigheden
4.1
Eiseres was exploitant van de horeca-inrichting aan de [adres] te [plaats] . De horeca-inrichting heeft de naam [café] .
4.2
De burgemeester heeft op 22 maart 2022 een alcoholvergunning en een exploitatievergunning verleend aan eiseres. Op 24 juni 2022 heeft de burgemeester daarnaast een vergunning verleend aan eiseres voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten.
4.3
Met het besluit van 10 november 2022 heeft de burgemeester de horeca-inrichting gesloten voor de duur van zes maanden op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet. De aanleiding hiervoor was een inval van de politie op 5 november 2022 waarbij verschillende verdovende middelen van lijst I en II van de Opiumwet zijn gevonden. De verdovende middelen zijn aangetroffen bij bezoekers, bij eiseres en op de bovenverdieping van het pand.
4.4
Eiseres heeft hiertegen haar zienswijze kenbaar gemaakt op 6 januari 2023.
4.5
Met het besluit van 31 januari 2023 heeft de burgemeester de voornoemde vergunningen ingetrokken.
4.6
Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt op 7 maart 2023.
4.7
De commissie voor de bezwaarschriften heeft op 12 juli 2023 geadviseerd om het bezwaar ongegrond te verklaren.
4.8
De burgemeester heeft met het bestreden besluit het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Beroepsgronden
5 Eiseres heeft betoogd dat de burgemeester niet in redelijkheid over heeft kunnen gaan tot intrekking van de vergunningen. De burgemeester heeft ten eerste verwezen in het bestreden besluit naar verschillende beleidsstukken, die niet door de burgemeester zijn bekendgemaakt. Daarnaast heeft de burgemeester het beleid niet juist toegepast. Ten tweede staat niet vast dat sprake is was van handel in verdovende middelen vanuit het café. Eiseres heeft daartoe ook geen gelegenheid geboden. Ten slotte had de burgemeester zich meer moeten verdiepen in de persoonlijke omstandigheden van eiseres. Het was haar droom om een café te exploiteren en zij kan dit door het bestreden besluit niet voortzetten.
Procesbelang
6.1
De burgemeester heeft gesteld dat eiseres geen procesbelang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van het beroep. Eiseres huurt het pand namelijk niet meer en kan daardoor geen gebruik meer maken van de vergunningen. De vergunningen zijn namelijk plaatsgebonden.
6.2
Het procesbelang is het belang dat een betrokkene heeft bij de uitkomst van de procedure. Een betrokkene heeft in beginsel geen procesbelang meer als datgene hij of zij verlangt, niet (meer) kan worden bereikt met de procedure. Procesbelang blijft behouden bij een uitgewerkt besluit als sprake zal zijn van toekomstige besluitvorming waarbij het inhoudelijke oordeel over het besluit zal worden betrokken.
6.3
Eiseres heeft ter zitting toegelicht dat ze het pand weer mag gaan huren, indien de procedure ertoe leidt dat zij haar vergunning terugkrijgt. Daarnaast heeft het bestreden besluit invloed op toekomstige besluitvorming.
6.4
Indien een alcoholvergunning is ingetrokken omdat sprake is van vrees voor een gevaar voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, kan de vergunning ten hoogste vijf jaar worden geweigerd. [1]
6.5
De rechtbank is van oordeel dat eiseres een procesbelang heeft bij de inhoudelijke beoordeling van het beroep, ondanks het feit dat zij het pand niet meer huurt. Hoewel het feit dat zij het pand in de toekomst mogelijk weer kan gaan huren onvoldoende onzeker is om te kunnen spreken van procesbelang, is wél procesbelang gelegen in het feit dat een aanvraag van eiseres voor een vergunning ten hoogste vijf jaar kan worden geweigerd wegens het bestreden besluit. De burgemeester heeft ter zitting toegelicht dat de kans groot is dat toekomstige aanvragen van eiseres zullen worden geweigerd wegens de onderhavige intrekkingen. De intrekkingen hebben dus effect op toekomstige besluitvorming. De rechtbank zal hierna dus een inhoudelijke beoordeling geven van de gronden.
Alcoholvergunning
7.1
Het verlenen en intrekken van een alcoholvergunning is geregeld in de Alcoholwet. Een alcoholvergunning wordt op grond van artikel 31, tweede lid, van de Alcoholwet ingetrokken, indien zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
7.2
Dit is een dwingende intrekkingsgrond. Dat betekent dat de burgemeester geen beleidsruimte heeft om een belangenafweging te maken.
7.3
Op grond van de Opiumwet kan een pand worden gesloten indien er hoeveelheid verdovende middelen wordt aangetroffen die bestemd zijn voor de verkoop, aflevering of verstrekking daarvan. Het besluit inzake de sluiting van het pand is onherroepelijk. De rechtbank gaat er dus vanuit dat de aangetroffen verdovende middelen waren bestemd voor de verkoop, aflevering of verstrekking daarvan. Gelet daarop heeft de burgemeester zich op het standpunt kunnen stellen dat sprake was van een gevaar voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. [2] De burgemeester heeft dus terecht de alcoholvergunning ingetrokken.
Kansspelvergunning
8.1
Het verlenen en intrekken van een kansspelvergunning is geregeld in de Wet op de kansspelen. Een kansspelvergunning kan worden verleend, indien zij betreft het aanwezig hebben van één of meer kansspelautomaten in een hoogdrempelige inrichting. [3] Een hoogdrempelige inrichting is in de Wet op de kansspelen gedefinieerd als een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder. [4]
8.2
De vergunning wordt ingetrokken indien voor een inrichting niet de vergunning van kracht is, die ingevolge de voor die inrichting geldende bepalingen is vereist. [5] Dit is een dwingende intrekkingsgrond. Dat betekent dat de burgemeester geen beleidsruimte heeft om een belangenafweging te maken. Gelet op het feit dat de alcoholwetvergunning terecht is ingetrokken, diende de burgemeester ook de kansspelvergunning in te trekken. De rechtbank is van oordeel dat de kansspelvergunning terecht is ingetrokken.
Exploitatievergunning
9.1
Het verlenen en intrekken van een exploitatievergunning is geregeld in de Algemene plaatselijke verordening Terneuzen 2021 (hierna: APV). Het is op grond van artikel 2:28 van de APV verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd als de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen. [6]
9.2
Het is op grond van onderdeel III, onder 2, van de exploitatievergunning niet toegestaan om in de inrichting middelen, als bedoeld in de artikel 2 en 3 van de Opiumwet voorradig te hebben, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren of te vervaardigen alsmede te gedogen dat anderen de inrichting hiertoe gebruiken.
9.3
De burgemeester heeft een discretionaire bevoegdheid om de vergunning in te trekken. De burgemeester dient in beginsel de vergunning in te trekken, maar kan daarvan afzien naar aanleiding van afweging van de belangen.
9.4
Tussen partijen is niet in geschil dat de voorwaarde is overtreden. In het pand waren verdovende middelen aanwezig, daarmee is het vergunningsvoorschrift overtreden.
9.5
De overtreding van het vergunningsvoorschrift is ernstig en substantieel. Er is een aanzienlijk aantal verdovende middelen aangetroffen. Zoals in rechtsoverweging 7.3 is overwogen brengt dit een gevaar voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid met zich mee. Bovendien is de leidinggevende in een horecaonderneming ervoor verantwoordelijk om voldoende maatregelen te treffen ter voorkoming dat daarbinnen verdovende middelen aanwezig zijn. Eiseres heeft dit onvoldoende gedaan. Daarnaast had zij zelf ook verdovende middelen in haar bezit in het pand. Eiseres kan daarom worden verweten dat het vergunningsvoorschrift is overtreden.
9.6
Eiseres heeft daar tegenover enkel aangevoerd dat het haar droom is om een café te exploiteren. De rechtbank ziet hierin geen bijzondere omstandigheid waardoor de burgemeester af had moeten zien van intrekking van de vergunning.
9.7
Hoewel de burgemeester heeft verwezen naar verschillende beleidsstukken, die mogelijk niet door de burgemeester zijn bekendgemaakt als beleidsregel in zijn gemeente, betekent dat niet dat hij onvoldoende heeft gemotiveerd dat de exploitatievergunning kon worden ingetrokken. De rechtbank is dus van oordeel dat de burgemeester in het bestreden besluit voldoende heeft gemotiveerd dat hij in redelijkheid de exploitatie heeft kunnen intrekken.

Conclusie en gevolgen

8 Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de burgemeester in redelijkheid de vergunningen heeft kunnen intrekken. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. T.A.A. van Hooijdonk, griffier, op 11 juli en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De rechter is niet in staat de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Alcoholwet
Artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
[…]
horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
[…]
inrichting: de lokaliteiten waarin het slijterbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte.
Artikel 31, eerste lid, aanhef en onder c, van de Alcoholwet
Een vergunning wordt door de burgemeester ingetrokken, indien zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
Wet op de kansspelen
Artikel 30, aanhef en onder d, van de Wet op de kansspelen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend:
1. waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en
2. waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder.
Artikel 30f, eerste lid, aanhef en onder b van de Wet op de Kansspelen
De vergunning wordt ingetrokken indien voor een inrichting, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder a en b, niet de vergunning van kracht is , die ingevolge de voor die inrichting geldende bepalingen is vereist.
Algemene plaatselijke verordening Terneuzen 2021 (APV)
Artikel 1:6, aanhef en onder c, van de APV
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen.
Artikel 2:28, eerste lid, van de APV
Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

Voetnoten

1.Artikel 27, tweede lid, van de Alcoholwet.
2.Zie bijvoorbeeld: Afdeling 10 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:313.
3.Artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet op de kansspelen.
4.Artikel 30, aanhef en onder d, van de Wet op de kansspelen.
5.Artikel 30f, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de kansspelen.
6.Artikel 1:7 van de APV.