Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.
Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:
Standplaatsexploitanten die op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels in het bezit zijn van een standplaatsvergunning voor een locatie die in de standplaatsenlocatielijst is opgenomen kunnen verlenging van hun lopende standplaatsvergunning aanvragen vanaf 12 maanden tot uiterlijk 4 maanden voordat de vergunning afloopt. Hiervoor wordt het formulier of de procedure uit artikel 3 van deze beleidsregels gebruikt.
Indien er dan geen weigeringsgronden zijn kan de standplaatsvergunning weer voor maximaal 5 jaar worden verleend aan die standplaatsvergunninghouder. De standplaats komt dan formeel niet beschikbaar voor gegadigden.
Indien het verzoek voor verlenging te laat is ingediend komt de standplaatslocatie beschikbaar voor geïnteresseerde standplaatsondernemers.
ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a: overeenkomstig het in de bijlage opgenomen tarief;
ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel b: op de vergoeding die ingevolge artikel 8:36, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is verschuldigd; indien de kosten zijn gemaakt in bezwaar of administratief beroep wordt deze vergoeding vastgesteld met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken;
ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel c: overeenkomstig een tarief dat € 49 [Red: per 1 januari 2024: €51] per uur en € 1 per gereisde kilometer bedraagt;
ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel d: overeenkomstig artikel 11, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit tarieven in strafzaken 2003;
ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel e: overeenkomstig een tarief dat, afhankelijk van de omstandigheden, tussen € 8 en € 98 [Red: per 1 januari 2024: €103] per uur bedraagt;
ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel f: op de werkelijke kosten,
ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel g: met overeenkomstige toepassing van het in de bijlage opgenomen tarief, met dien verstande dat slechts de helft van het aantal uit de bijlage voortvloeiende punten wordt toegekend.
2. Indien een partij of een belanghebbende gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, kan het op grond van het eerste lid vastgestelde bedrag worden verminderd. Het op grond van het eerste lid vastgestelde bedrag kan eveneens worden verminderd indien het beroep bij de bestuursrechter is ingetrokken omdat gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen.