In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek, die op 28 juni 2023 de waarde van de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats] had vastgesteld op € 533.000 per 1 januari 2022. De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2024 behandeld, waarbij belanghebbende telefonisch aanwezig was. De heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door [naam] en taxateur [taxateur]. Tijdens de zitting hebben partijen een compromis bereikt, waarbij de waarde van de woning per 1 januari 2022 voor het belastingjaar 2023 is vastgesteld op € 476.000. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding, aangezien belanghebbende geen kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, en openbaar gemaakt op 25 juli 2024.