Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden op het trottoir, voetpad, fietspad of ruiterpad op 6 juli 2021 op de Nieuwlandstraat te Tilburg. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. Tijdens de zitting op 25 juni 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. D. Hoveijn, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie op 21 april 2023 had besloten de beschikking te vernietigen, waardoor betrokkene geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroepschrift. De kantonrechter heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen verdere inhoudelijke beoordeling plaatsvond. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. S.W.M. Speekenbrink, bijgestaan door griffier K. Verdult, en is openbaar uitgesproken op 25 juni 2024. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.