ECLI:NL:RBZWB:2024:5235

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
10553085 \ MB VERZ 23-813
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete, gedeeltelijk gegrond

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden op het trottoir, voetpad, fietspad of ruiterpad op 6 juli 2021 op de Nieuwlandstraat te Tilburg. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. Tijdens de zitting op 25 juni 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. D. Hoveijn, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie op 21 april 2023 had besloten de beschikking te vernietigen, waardoor betrokkene geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroepschrift. De kantonrechter heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen verdere inhoudelijke beoordeling plaatsvond. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. S.W.M. Speekenbrink, bijgestaan door griffier K. Verdult, en is openbaar uitgesproken op 25 juni 2024. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10553085 \ MB VERZ 23-813
CJIB-nummer: 9062 5422 4295 9966
uitspraakdatum: 25 juni 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 juni 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. D. Hoveijn (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: rijden op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken) op 6 juli 2021 op de Nieuwlandstraat te Tilburg.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de officier van justitie ten onrechte heeft geoordeeld dat het administratief beroep niet-ontvankelijk was. Betrokkene stelt binnen de termijn beroep te hebben ingesteld, maar heeft van het CVOM vernomen dat dit niet was ontvangen. Hierop heeft betrokkene opnieuw beroep ingesteld.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren wegens het ontbreken van procesbelang. De officier van justitie heeft immers eerder al besloten de beschikking alsnog te vernietigen.

Overwegingen

De kantonrechter constateert dat de officier van justitie op 21 april 2023 heeft besloten de beschikking alsnog te vernietigen. Gelet hierop heeft betrokkene geen belang meer bij een inhoudelijke beslissing op het beroepschrift.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de kantonrechter het beroep verder niet inhoudelijk kan beoordelen.
Beslissing
De kantonrechter verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: