ECLI:NL:RBZWB:2024:5248

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
10825676 \ MB VERZ 23-1262
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke matiging van de boete voor verloskundige

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene, een verloskundige, had een boete ontvangen voor het rijden op het trottoir op 21 november 2021 in Tilburg. Betrokkene stelde dat zij geen andere mogelijkheid had om haar auto te parkeren, omdat zij snel bij een thuisbevalling moest zijn. Tijdens de zitting heeft zij toegelicht dat zij haar auto in de nabijheid van de bevalling moest parkeren vanwege medicatie en een zuurstoftank. De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. D. Hoveijn, heeft het beroep ongegrond verklaard, maar erkende een schending van de hoorplicht en vroeg om een gedeeltelijke matiging van de boete.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, niet werd betwist en dat de boete terecht was opgelegd. Echter, de rechter vond aanleiding om de boete te matigen tot nihil, gezien de omstandigheden van betrokkene als verloskundige en het belang van tijdige aanwezigheid bij bevallingen. De beslissing van de officier van justitie werd gedeeltelijk gegrond verklaard, en de boete werd gematigd. Betrokkene kreeg het bedrag van € 159,- dat als zekerheidstelling was betaald, terugbetaald. De uitspraak werd openbaar gedaan en betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10825676 \ MB VERZ 23-1262
CJIB-nummer: 3062 5422 4614 0635
uitspraakdatum: 25 juni 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 juni 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. D. Hoveijn (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: rijden op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken) op 21 november 2021 op de Nieuwlandstraat te Tilburg.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat zij geen andere mogelijkheid had. Zij is dienstdoende verloskundige en moest haar auto in de nabijheid van het huis waar zij moest zijn parkeren, omdat zij anders niet op tijd bij spoedgevallen kan zijn.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat zij als verloskundige aan het werk was bij een thuisbevalling. Zij moet in verband met medicatie en de zuurstoftank haar auto voor de deur parkeren. Daarnaast heeft betrokkene aangevoerd een verloskundigenkaart zichtbaar in de auto te leggen wanneer zij als verloskundige aan het werk is en dat zij een esculaap op haar auto heeft.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep inhoudelijk ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Er zit een foto van de gedraging in het dossier. De gedraging wordt door betrokkene ook niet betwist. Betrokkene stelt dat zij met spoed naar een bevalling moest aangezien zij verloskundige is. Dit is niet onderbouwd met stukken, waardoor daar niet van uitgegaan kan worden. De boete is dus terecht aan betrokkene opgelegd. Wel is er sprake van een schending van de hoorplicht. De zittingsvertegenwoordiger verzoekt het beroepschrift gelet op deze schending deels gegrond te verklaren en de boete te matigen met 25%. Daarnaast is er sprake van een overschrijding van de redelijke termijn. De zittingsvertegenwoordiger verzoekt gelet op deze overschrijding de boete nogmaals met 25% te matigen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Door betrokkene wordt dit ook niet betwist. De boete is in zoverre dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat er geen reden is te twijfelen aan hetgeen betrokkene heeft aangevoerd en het van belang is dat verloskundigen tijdig ter plaatse kunnen zijn. De kantonrechter ziet hierin aanleiding de boete te matigen tot nihil.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 159,-, dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. S.E. van Wijk, en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: