ECLI:NL:RBZWB:2024:5313

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
10496715 \ MB VERZ 23-641
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete niet ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van procesbelang

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene, een B.V., had beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie die was opgelegd voor het rijden op het trottoir op 20 juni 2022 in Tilburg. De officier van justitie had het beroep echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat de boete op 20 juli 2022 al was vernietigd. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas, heeft het woord gevoerd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie de beschikking tot vernietiging van de boete op 20 juli 2022 had genomen en dat het beroepschrift pas op 2 augustus 2022 was ingediend. Hierdoor had betrokkene geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De kantonrechter heeft verwezen naar eerdere uitspraken die bevestigen dat de kans op fouten in het aanmaak- en verzendproces van het CJIB nagenoeg uitgesloten is. De gemachtigde heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de vernietigingsbrief niet was verzonden.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvond. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, bijgestaan door griffier K. Verdult. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de vereisten wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10496715 \ MB VERZ 23-641
CJIB-nummer : 1062 5422 5068 7790
uitspraakdatum : 25 juni 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 juni 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. D. Hoveijn (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. Namens betrokkene is verschenen de gemachtigde dhr. [naam] . De gemachtigde neemt waar voor mr. M. Lagas. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: rijden op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken) op 20 juni 2022 op de Nieuwlandstraat te Tilburg.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren wegens het ontbreken van procesbelang. De officier van justitie heeft immers eerder al besloten de beschikking toch te vernietigen. Het beroepschrift is op 2 augustus 2022 ingediend, terwijl de vernietiging van de boete dateert van 20 juli 2022. De brieven waaruit blijkt dat een boete is vernietigd worden verstuurd door het CJIB. Het CJIB houdt geen verzendadministratie bij, maar het systeem is dusdanig ingericht dat de kans op fouten is uitgesloten (ECLI:NL:GHARL:2020:6346). De gemachtigde heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de brief niet is verzonden.
Ter zitting heeft de gemachtigde namens betrokkene samengevat aangevoerd dat het administratief beroep ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Het besluit tot vernietiging van de boete treedt niet in werking voordat dit besluit aan betrokkene bekend is gemaakt. De gemachtigde wijst naar de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 2 augustus 2023 (ECLI:NL:RBNHO:2023:13723). De rechtbank was van oordeel dat er proceskostenvergoeding diende te worden toegekend. De ontvangstbevestiging van het beroep bij de kantonrechter dateerde immers van vóór de datum van bekendmaking van de vernietiging. Gelet op artikel 3:41 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht geschiedt de bekendmaking door de beslissing tot vernietiging toe te zenden aan de betrokkene. Uit het dossier kan niet worden afgeleid of aan dit vereiste voor bekendmaking is voldaan.

Overwegingen

De kantonrechter constateert dat de officier van justitie op 20 juli 2022 heeft besloten de beschikking alsnog te vernietigen. De kantonrechter verwijst hierbij naar de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 augustus 2020, waarin is geoordeeld dat het aanmaak- en verzendproces zodanig zorgvuldig is dat de kans op fouten daarbij nagenoeg is uitgesloten, ook nu het CJIB op dit punt samenwerkt met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Op basis van het zaakoverzicht mag dan ook worden aangenomen dat de brief inhoudende vernietiging van de boete daadwerkelijk door het CJIB aan betrokkene is verzonden. Het beroepschrift bij de kantonrechter is pas op 2 augustus 2022 ingediend. Gelet hierop heeft betrokkene geen belang meer bij een inhoudelijke beslissing op het beroepschrift.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de kantonrechter het beroep verder niet inhoudelijk kan beoordelen.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2024.
De griffier is niet in staat deze uitspraak mede te ondertekenen.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: