Op 5 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiser had op 29 maart 2022 verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de kosten en opbrengsten van naheffingsaanslagen parkeerbelasting van 2016 tot en met 2022. Het college heeft op 3 augustus 2022 een deel van de documenten openbaar gemaakt, maar eiser maakte bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 24 juni 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van het college aanwezig was, maar eiser zelf niet. De rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was, omdat het college voldoende had aangetoond dat het de relevante documenten had verstrekt en dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er meer documenten onder het college berustten. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk, maar droeg het college op om het griffierecht aan eiser te vergoeden. Het verzoek om wettelijke rente werd afgewezen, omdat het college had aangegeven het griffierecht te vergoeden zonder problemen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding, aangezien eiser geen rechtsbijstand had ingeschakeld.