ECLI:NL:RBZWB:2024:6027

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 augustus 2024
Publicatiedatum
27 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/425422 / FA RK 24/3653
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofreniespectrumstoornis

Op 26 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1989. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Betrokkene, die momenteel bij Traverse woont en werkt, heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij niet akkoord gaat met een zorgmachtiging voor een jaar, maar voor zes maanden. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder een psychiater en een casemanager, die de noodzaak van een zorgmachtiging voor een jaar onderbouwden vanwege de psychische stoornis van betrokkene en het risico op ernstig nadeel bij het stoppen van medicatie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, zoals verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ondanks dat betrokkene aangeeft goed te functioneren, heeft de rechtbank geen vertrouwen in haar vermogen om zonder verplichte zorg de medicatie te blijven innemen. De rechtbank heeft daarom de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met de noodzaak van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van betrokkene. De rechtbank heeft de verzoeken van de advocaat van betrokkene om de zorgmachtiging te beperken tot zes maanden afgewezen, omdat de problematiek naar verwachting niet binnen die termijn zal zijn opgelost. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Meyboom en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/425422 / FA RK 24/3653
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 26 augustus 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats], [land],
wonende aan [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.J. van Rooij te Haarlem.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 augustus 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 5 augustus 2024;
- de medische verklaring van 2 augustus 2024;
- het zorgplan van 29 juli 2024;
- de zorgkaart van 30 juli 2024;
- een aanvraagformulier voorbereiding zorgmachtiging van 11 juli 2024;
- een formulier kennisgeving eigen plan van aanpak van 19 juli 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en het bericht dat er voor betrokkene geen politiemutaties zijn;
- de beschikking van deze rechtbank van 9 april 2024 betreffende een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2024, bij de [accommodatie], [locatie], aan [adres] te [plaats].
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- psychiater, mevrouw [naam 1];
- casemanager, mevrouw [naam 2].
1.4
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat het goed met haar gaat. Zij is blij hoe zij het momenteel doet. Betrokkene woont nog bij Traverse, waar zij het naar haar zin heeft. Verder werkt betrokkene veel. Recent heeft zij ontslag genomen, omdat zij naar [land] vertrekt om voor haar grootouders te gaan zorgen. Met een zorgmachtiging is betrokkene het eens, echter niet voor één jaar. Betrokkene vindt zes maanden lang genoeg. In die periode kan worden bekeken hoe het verder gaat met het afbouwen van medicatie. Betrokkene wil de medicatie afbouwen zodanig dat zij uiteindelijk geen medicatie meer gebruikt. Als betrokkene naar [land] gaat, kan zij daar haar medicatie vrijwillig innemen. Als GGZ ervoor zorgt dat zij medicatie mee krijgt, dan zal betrokkene de medicatie in een kliniek in [land] laten zetten. Betrokkene weet nog niet hoe lang zij in [land] blijft. Dit kan drie maanden zijn, maar ook één of twee jaar. Eerder is betrokkene ook met een zorgmachtiging naar [land] gegaan. Dit ging toen goed. Verder zegt betrokkene dat zij ‘nou eenmaal in een systeem zit’ waarin staat vermeld dat zij schizofreen is. Daar is echter geen bewijs voor. Dat betrokkene snel kwaad wordt, komt door haar genen. Verder kan zij goed functioneren en ziet zij bij zichzelf geen psychotische kwetsbaarheid.
3.2
De psychiater verklaart, samengevat, dat het goed met betrokkene gaat. Zij werkt hard en dat doet haar goed. Betrokkene wil graag gesprekken met een psycholoog, maar deze is helaas niet beschikbaar. Verder lukt het niet om met betrokkene een signaleringsplan op te stellen, terwijl dit een voorwaarde is voor het afbouwen van de medicatie. Een traject tot afbouwen neemt ongeveer een jaar in beslag en daarom pleit de psychiater voor een zorgmachtiging voor de duur van één jaar. Het gewenste vertrek naar [land] is nieuwe informatie, wat met de geneesheer-directeur moet worden besproken. De plannen van betrokkene klinken intensief en ingewikkeld. Van een goede voorbereiding is geen sprake. Wanneer betrokkene medicatie wil afbouwen, moet dat in Nederland gebeuren. Als betrokkene naar [land] zou gaan, is zij haar plaats bij Traverse kwijt. Gelet op alle onzekerheden is een zorgmachtiging nodig.
3.3
De casemanager sluit zich aan bij de verklaring van de psychiater en voegt hieraan toe dat aan de slag moet worden gegaan met het opstellen van het signaleringsplan. Daarna kan worden begonnen met de afbouw van medicatie.
3.4
De advocaat bepleit, samengevat, om afwijzing van het verzoek. Volgens betrokkene is er geen sprake van ernstig nadeel. Het gaat goed met haar. Betrokkene heeft het wonen en werk op orde en van maatschappelijke teloorgang is geen sprake meer. Bovendien werkt betrokkene vrijwillig mee aan de zorgverlening. Zij neemt haar medicatie in en zal dat ook blijven doen wanneer zij naar [land] gaat. Daarnaast geeft betrokkene zelf – al voor langere tijd – aan dat zij gesprekken wil voeren met een psycholoog. Hier komt nog bij dat wanneer betrokkene naar het buitenland gaat, de zorgmachtiging niet meer uitvoerbaar is en daarmee niet langer doelmatig. [1] Betrokkene vraagt GGZ behulpzaam te zijn in haar wens om naar [land] te gaan. Zij kan daar ook haar medicatie nemen. Wanneer de rechtbank een zorgmachtiging toch nodig acht, wordt verzocht de duur daarvan te beperken tot zes maanden.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken, waaronder de medische verklaring, en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. De enkele ontkenning, dan wel twijfel van betrokkene dat er bij haar sprake zou zijn van een psychische stoornis, bijvoorbeeld in de vorm van psychotische kwetsbaarheid, geeft de rechtbank geen reden te twijfelen aan de in de medische verklaring genoemde stoornis. Deze is ter zitting door de psychiater ook bevestigd.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat wanneer de psychotische klachten de overhand nemen, betrokkene de neiging heeft om te gaan zwerven. In het verleden is betrokkene in verwaarloosde en verwarde toestand aangetroffen. Bij terugval in psychose zal betrokkene weer fors maatschappelijk teloor gaan.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel de rechtbank ook ziet dat betrokkene haar leven op dit moment goed op orde heeft en betrokkene aangeeft medicatie te zullen blijven nemen, ook als zij in het buitenland is, heeft de rechtbank er geen vertrouwen in dat met betrokkene afdoende afspraken zijn te maken over zorgverlening in een vrijwillig kader. De rechtbank betrekt hierin dat betrokkene niet in lijkt te zien dat het nemen van medicatie er juist voor zorgt dat het goed met haar gaat. Daarnaast wordt de kans groot geacht dat betrokkene zonder zorgmachtiging zal stoppen met haar medicatie. Door onvoldoende ziekte-inzicht kan betrokkene de risico’s van het stoppen van medicatie onvoldoende inschatten. In dat kader blijft het lastig om met betrokkene afspraken te maken, getuige het feit dat het nog niet is gelukt om met betrokkene een signaleringsplan op te stellen en de (voor de betrokken zorgverleners) onverwachte wens van betrokkene om op zeer korte termijn naar [land] te gaan. De rechtbank acht verplichte zorg dan ook nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de
medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze
vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling
besproken.
4.5.1
Gelet op de overgelegde stukken en de toelichting van de psychiater acht de rechtbank alle verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk. In de praktijk betekent dit dat de vormen van verplichte zorg die betrokkene nu kent, ongewijzigd blijven.
4.5.2
De rechtbank merkt daarbij nog op dat onder ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’ wordt verstaan dat betrokkene periodiek contact heeft met haar ambulant behandelteam en zij de door hen gegeven aanwijzingen opvolgt. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is niet nodig.
4.6
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden. De rechtbank zal, anders dan de advocaat bepleit, de zorgmachtiging niet in duur bekorten, omdat de rechtbank het niet aannemelijk acht dat de problematiek van betrokkene binnen zes maanden zal zijn opgelost. De rechtbank volgt daarin de verklaring van de psychiater, te weten dat een afbouwtraject de verwachte duur heeft van één jaar.
4.1
De rechtbank geeft betrokkene nog mee dat het belangrijk is dat zij in gesprek gaat met haar zorgverleners over een vertrek naar het buitenland. Hierover moeten eerst goede afspraken worden gemaakt. Wanneer betrokkene naar het buitenland zou gaan, zou dit tijdelijk van aard zijn, zoals betrokkene zelf ook aangeeft. De door de advocaat genoemde jurisprudentie is om die reden dan ook niet van toepassing op de situatie van betrokkene.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats], [land], inhoudende dat bij wijze van
verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, zoals is weergegeven onder rechtsoverweging 4.5.2;
5.2
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 26 augustus 2025;
5.3
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Meyboom, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2024 in tegenwoordigheid van mr. Vos als griffier, en op 27 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Voetnoten

1.Rechtbank Noord-Nederland 3 mei 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:1750.