ECLI:NL:RBZWB:2024:6120
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 september 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag belasting personenauto’s en motorrijwielen behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht van € 184,- niet is betaald. De rechtbank wijst erop dat de griffier de belanghebbende op 3 januari 2024 heeft gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat er een termijn van vier weken is gesteld. Ondanks een tweede herinnering op 1 februari 2024, heeft de belanghebbende het griffierecht niet tijdig voldaan. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld.
Daarnaast heeft de belanghebbende verzocht om een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke behandeltermijn. De rechtbank wijst dit verzoek af, omdat de redelijke behandeltermijn in eerste aanleg niet is overschreden. De uitspraak wordt gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, in aanwezigheid van griffier N. Plasman, en wordt openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.