ECLI:NL:RBZWB:2024:6122
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 september 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door de heffingsambtenaar behandeld. Het bezwaar betreft de aanslag forensenbelasting over het jaar 2017, met aanslagnummer 8794837. De heffingsambtenaar had het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar inderdaad te laat is ingediend en dat er geen verontschuldigbare redenen zijn voor deze termijnoverschrijding.
De rechtbank stelt vast dat de dagtekening van de aanslag 30 juni 2017 is en dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift eindigde op 11 augustus 2017. Het bezwaarschrift, gedateerd op 17 november 2018, werd pas op 20 november 2018 ontvangen, wat ruim na de deadline is. Belanghebbende voerde aan dat hij en zijn vrouw met ziektes kampten, maar de rechtbank oordeelt dat deze stelling te algemeen is en niet voldoende onderbouwd met bewijsstukken. Hierdoor is niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende gedurende de gehele bezwaartermijn niet in staat was om tijdig een bezwaarschrift in te dienen.
De rechtbank concludeert dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard en dat het beroep ongegrond is. Het bestreden besluit blijft in stand en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.