ECLI:NL:RBZWB:2024:6358
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 september 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting over juli 2022 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald. De belanghebbende had een griffierecht van € 365,- moeten betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen verontschuldigbaar is als er een goede reden voor is.
De gemachtigde van de belanghebbende heeft op 1 augustus 2023 aangegeven dat de belanghebbende niet in staat is het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht. De rechtbank heeft de gemachtigde de gelegenheid gegeven om dit beroep op betalingsonmacht te onderbouwen, maar hier is niet op gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende op 16 september 2023 heeft gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en dat dit binnen vier weken moest worden voldaan. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft de belanghebbende het griffierecht niet op tijd betaald.
De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.