ECLI:NL:RBZWB:2024:6377
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 september 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden voldaan. De griffier heeft de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar ondanks deze waarschuwingen heeft de belanghebbende geen betaling verricht.
De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan worden verontschuldigd als er een goede reden voor is. In dit geval heeft de belanghebbende geen enkele reden opgegeven voor het verzuim om het griffierecht te betalen. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging voor het niet betalen is gebleken, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing binnen zes weken na verzending van de uitspraak.