ECLI:NL:RBZWB:2024:6379
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake verlaging kosten aanmaning en dwangbevel in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 september 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door de ontvanger van de belastingdienst behandeld. Het beroep betreft een mededeling van de ontvanger over de verlaging van kosten van een aanmaning en een dwangbevel met betrekking tot de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over het jaar 2012. De ontvanger had op 22 december 2022 een brief gestuurd waarin werd medegedeeld dat de eerder in rekening gebrachte kosten ten onrechte niet waren verlaagd na vermindering van de aanslag. De ontvanger heeft deze kosten vervolgens verlaagd naar nihil.
De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze mededeling, maar de ontvanger heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is, omdat de mededeling van de ontvanger niet als een beslissing wordt aangemerkt die voor bezwaar vatbaar is volgens de belastingwetgeving. De rechtbank benadrukt dat in het belastingrecht een gesloten stelsel van rechtsmiddelen geldt, wat betekent dat alleen tegen bepaalde beslissingen bezwaar kan worden gemaakt.
De rechtbank draagt de ontvanger op om het bezwaarschrift van de belanghebbende, dat ook betrekking heeft op de berekening van de wettelijke rente, in behandeling te nemen. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.