ECLI:NL:RBZWB:2024:6630
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Ebben
- Rechtspraak.nl
Ontbinding en ontruiming van huurovereenkomst wegens huurachterstand
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de beëindiging van een huurovereenkomst. De zaak betreft de vraag of [eiser] de huurovereenkomst met [gedaagde] rechtsgeldig heeft opgezegd en of [gedaagde] de opslagruimte moet ontruimen vanwege een huurachterstand. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] de huurovereenkomst op 18 januari 2024 heeft opgezegd, met een einddatum van 29 februari 2024, en dat deze opzegging rechtsgeldig was. De rechter oordeelde dat er sprake was van een huurachterstand van € 1.800,00, die door [gedaagde] niet of onvoldoende was betwist. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] toegewezen, inclusief de ontruiming van de opslagruimte en een dwangsom voor iedere dag dat [gedaagde] in gebreke blijft met de ontruiming. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van huurachterstand en proceskosten. De kantonrechter heeft de gevorderde ontruimingstermijn van drie dagen afgewezen en in plaats daarvan een termijn van veertien dagen vastgesteld voor de ontruiming.