ECLI:NL:RBZWB:2024:6829
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging
Op 11 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 23/9711, waarin belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, beroep heeft ingesteld tegen de WOZ-beschikkingen en de aanslagen onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat mr. Bartels geen geldige machtiging heeft overgelegd die door belanghebbende is ondertekend. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om dit verzuim te herstellen, heeft mr. Bartels geen tijdige en correcte machtiging ingediend. Hierdoor kon de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordelen en blijven de bestreden besluiten in stand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde niet de bedoeling had om zelf in beroep te komen, en dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig indienen van de machtiging. De rechtbank heeft de verzoeken om immateriële schadevergoeding en proceskostenvergoeding afgewezen, omdat mr. Bartels niet bevoegd was om namens belanghebbende op te treden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.