ECLI:NL:RBZWB:2024:6831
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 11 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 23/10749, waarin belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, beroep heeft ingesteld tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant. Het beroep betreft de aanslag onroerende zaakbelasting voor een specifiek object. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 365,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank heeft de procedure zonder zitting gevoerd, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de griffier belanghebbende tijdig heeft geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat er geen verontschuldigbare redenen zijn aangevoerd voor het niet tijdig betalen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld en dat het bestreden besluit in stand blijft. Tevens is het verzoek om een immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke behandeltermijn in eerste aanleg niet is overschreden.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.