ECLI:NL:RBZWB:2024:6834
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken machtiging gemachtigde
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de aanslag zuiveringsheffing niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep betreft de aanslag voor het object gelegen aan [adres] te [plaats], met aanslagnummer [nummer]. De rechtbank oordeelt dat de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels, geen geldige machtiging heeft overgelegd om namens belanghebbende op te treden. Dit verzuim is niet tijdig hersteld, ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om de juiste documenten aan te leveren.
De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als de gemachtigde niet de juiste machtiging kan overleggen. In dit geval heeft mr. D.A.N. Bartels wel een machtiging van [naam 1] overgelegd, maar niet van de overige bestuurders die gezamenlijk bevoegd zijn. De rechtbank heeft herhaaldelijk verzocht om aanvullende machtigingen, maar deze zijn niet verstrekt. Hierdoor kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en blijft het bestreden besluit in stand.
De rechtbank wijst ook het verzoek om een immateriële schadevergoeding af, omdat mr. D.A.N. Bartels niet bevoegd is om namens belanghebbende op te treden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.