ECLI:NL:RBZWB:2024:6836
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens ontbreken machtiging en uittreksels handelsregister
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 11 oktober 2024, wordt het beroep van [belanghebbende] B.V. tegen de WOZ-beschikking en de aanslag onroerende zaakbelasting behandeld. Het beroep is ingesteld door mr. D.A.N. Bartels, die als gemachtigde optreedt voor de belanghebbende. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat mr. Bartels geen geldige machtiging en de benodigde uittreksels uit het handelsregister heeft overgelegd. De rechtbank heeft mr. Bartels meerdere keren verzocht om deze documenten te verstrekken, maar hij heeft niet tijdig de juiste machtiging ingediend. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen of hij bevoegd is om namens de belanghebbende op te treden.
De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als de gemachtigde niet de juiste documenten overlegt. In dit geval heeft mr. Bartels geen uittreksel van [belanghebbende] B.V. overgelegd, waardoor niet kan worden vastgesteld of hij daadwerkelijk gemachtigd is om het beroep in te stellen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld en dat de uitspraak op bezwaar in stand blijft. Tevens wordt het verzoek om een immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat mr. Bartels niet bevoegd is om dit verzoek namens de belanghebbende in te dienen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing. De rechtbank benadrukt dat het indienen van een verzetschrift binnen zes weken na verzending van de uitspraak moet gebeuren, indien partijen het niet eens zijn met de uitspraak.