ECLI:NL:RBZWB:2024:6841
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken machtiging gemachtigde
Op 11 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/2040, waarin belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, beroep heeft ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant. Het beroep betreft de aanslag reclamebelasting 2023 voor een specifiek pand. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat mr. D.A.N. Bartels geen geldige machtiging heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij bevoegd is om namens belanghebbende op te treden.
De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat het indienen van een machtiging noodzakelijk is voor iemand die namens een ander beroep instelt. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank heeft mr. D.A.N. Bartels geen tijdig en correct ondertekende machtiging kunnen overleggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingediende machtigingen niet op naam zijn gesteld en niet te herleiden zijn naar een specifieke persoon, waardoor de bevoegdheid van mr. D.A.N. Bartels om op te treden als gemachtigde niet kan worden vastgesteld.
Als gevolg hiervan heeft de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeeld en het bestreden besluit in stand gelaten. Tevens is het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat mr. D.A.N. Bartels niet gemachtigd was om namens belanghebbende te procederen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.