ECLI:NL:RBZWB:2024:6843
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken machtiging
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de WOZ-beschikking 2023 en de gelijktijdig opgelegde aanslag onroerende zaakbelasting behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels, geen geldige machtiging heeft ingediend. De rechtbank heeft mr. Bartels eerder verzocht om binnen vier weken een machtiging te overleggen, maar de ingediende machtigingen waren niet op naam gesteld en konden niet herleid worden naar een bevoegde persoon. Ondanks herhaalde verzoeken om een correcte machtiging te overleggen, heeft mr. Bartels niet tijdig een geldige machtiging ingediend. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en bleef het bestreden besluit in stand. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst ook het verzoek om immateriële schadevergoeding af, omdat mr. Bartels niet bevoegd was om namens de belanghebbende op te treden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.