2.De feiten
Tussen partijen staat het volgende vast:
- Laurentius is een toegelaten instelling, zoals bedoeld in artikel 19 van de Woningwet, en eigenaar van de woning met aanhorigheden, staande en gelegen te [adres 2] (verder: het gehuurde);
- Laurentius verhuurt het gehuurde sinds 4 mei 2015 aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] . Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van Laurentius van toepassing (versie 27 mei 2014);
- vanaf 5 oktober 2018 tot en met 7 maart 2019 worden door Laurentius regelmatig klachten ontvangen over [gedaagde 1] en [gedaagde 2] van hun directe buren (huisnummers [huisnummer 1] en [huisnummer 2] ). De klachten bestaan uit schreeuwen (ook ’s nachts) en ongedierte (wespen), die vermoedelijk uit de schuur bij het gehuurde komen;
- op 9 juli 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Laurentius, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en hun buren. In het gesprek is afgesproken dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] proberen de overlast in de avond en nacht zoveel mogelijk weg te nemen en de tuin op orde te brengen;
- vanaf 27 augustus 2021 tot en met 7 juni 2022 ontvangt Laurentius meerdere klachten van de buren van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] . Het gaat om overlast (van de kinderen) van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de avond en nacht en van ongedierte, die op het afval in de tuin en schuur van het gehuurde afkomen;
- op 16 mei 2022 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen Laurentius, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , de buren van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en hulpverleners. Laurentius heeft in dat gesprek aangezegd dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] één maand de tijd krijgen om de overlast in de avonduren weg te nemen, de tuin op te ruimen en een afspraak te maken om naar de douche van het gehuurde te laten kijken. De na het gesprek verzonden brief, waarin de inhoud van het gesprek is weergegeven, is aangemerkt als een gedragsaanwijzing, die door [gedaagde 2] ondertekend retour is gezonden;
- op 5 juli 2022 heeft de gemachtigde van Laurentius nogmaals een gedragsaanwijzing toegestuurd aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ;
- op 7 februari 2023 wordt er melding gemaakt van afval in de tuin van het gehuurde en overlast van ongedierte en van de barbecue van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ;
- op 11 april 2023 heeft Laurentius [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gesommeerd de schuur bij het gehuurde leeg te ruimen;
- op 24 april 2023 berichten buren van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dat er afval in de tuin van het gehuurde is geplaatst;
- op 25 april 2023 heeft Laurentius een huisbezoek bij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aangezegd op 5 mei 2023. De medewerker van Laurentius is op 5 mei 2023 geweigerd. In de tuin en schuur van het gehuurde lag nog steeds een grote hoeveelheid afval;
- vanaf mei 2023 tot en met september 2023 ontvangt Laurentius klachten van de buren van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] over geluidsoverlast, het gooien van speelgoed over de schutting door de kinderen, de staat van de tuin van het gehuurde en de daaruit voortvloeiende overlast van ongedierte;
- op 5 oktober 2023 heeft de gemachtigde van Laurentius [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aangeschreven met betrekking tot de ervaren geluidsoverlast en de staat van de tuin en de schuur van het gehuurde, waarbij een laatste kans wordt gegeven de overlast te stoppen;
- op 17 oktober 2023 bericht een medewerkster van Laurentius dat bij het huisbezoek is geconstateerd dat de woning en tuin er beter uitzagen, maar dat de geluidsoverlast niet is verminderd. Er worden weer klachten ontvangen van de buren;
- per brief van 7 november 2023 is een verslag toegestuurd aan [gedaagde 2] van het huisbezoek, waarin gewezen wordt op de aanhoudende geluidsoverlast. Ook wordt melding gemaakt van een huurachterstand;
- in de periode november 2023 tot en met februari 2024 worden door Laurentius klachten ontvangen van de buren van [gedaagde 2] over geluidsoverlast en afval in de tuin;
- op 23 november 2023 heeft Laurentius de huurachterstand gemeld bij de gemeente Alphen-Chaam;
- op 27 november 2023 heeft er een gesprek met [gedaagde 2] plaatsgevonden, waarin deze procedure is aangekondigd;
- op 26 januari 2024 is er een onderzoek gedaan naar de geluidsoverlast uit het gehuurde. In het rapport van 19 februari 2024 wordt geconcludeerd:
“Op basis van de onderzochte resultaten kan worden geconcludeerd dat er sprake is van hinderlijke geluiden afkomstig van de naast gelegen woning. Echter valt bijna al dit geluid onder de norm, zoals gesteld in de Wgh (Wet Geluidhinder), beoordeeld volgens het activiteitenbesluit. De geluiden komen niet boven de in dit besluit gestelde norm en vallen dus onder leef geluiden. Het is alleen wel heel erg veel. De contactgeluiden van slaande deuren komen wel boven de norm evenals het stuiteren met een bal. Het praten en schreeuwen is bijna continue aanwezig. (…)”;
- [gedaagde 1] is inmiddels uit het gehuurde vertrokken en sinds 16 februari 2024 door Laurentius ontslagen uit zijn verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst;
- in de periode maart 2024 tot en met mei 2024 ontvangt Laurentius klachten. Het gaat om geluidsoverlast, vervuiling van het gehuurde en de tuin, de verzorging van de kinderen, de staat van de tuin en de (achtergebleven) kat van [gedaagde 2] ;
- [gedaagde 2] en haar kinderen verblijven op dit moment op de crisisafdeling van Sterk Huis tot eind september 2024. De kinderen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn onder toezicht gesteld. Incidenteel mag [gedaagde 2] terugkeren naar de woning. Op die momenten ontvangt Laurentius weer overlastklachten.