Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 oktober 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] h.o.d.n. [bedrijf 1] , uit [plaats] , belanghebbende
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
Op grond van de individuele waardebepaling uitgevoerd door DRZ kom ik tot de conclusie dat de inkoopwaarde in het taxatierapport niet juist is en derhalve niet gebruikt kan worden.
- In de aangifte hebt u vermeld dat het door u aangegeven voertuig een netto catalogusprijs heeft van € 69.842, en dat de aanwezige accessoires/opties een netto catalogusprijs hebben van € 7.579. Blijkens de DRZ rapportage is de netto catalogusprijs op basis van een Fabrieksinformatie rapport, gegevens van de importeur en het RDW Formulier t.b.v. BPM aangifte vastgesteld op € 69.842 en de aanwezige accessoires/opties op een netto catalogusprijs van € 15.836.
- Uit de aangifte blijkt, dat de door u aangegeven consumentenprijs (€ 118.371) afwijkt van de door de medewerker DRZ bevonden consumentenprijs op basis van Eurotax XchangeNet (€ 118.395).