ECLI:NL:RBZWB:2024:721

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
AWB - 21 _ 5268
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Op 7 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, die zijn auto op 15 juli 2021 om 16:44 uur aan de Prinsenhoeven te Tilburg had geparkeerd, ontving een naheffingsaanslag van € 45, omdat geen parkeerbelasting was voldaan. De heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg verklaarde het bezwaar van de belanghebbende ongegrond. De rechtbank oordeelde dat een zitting niet nodig was, omdat partijen daarmee instemden.

De rechtbank beoordeelde of de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De belanghebbende voerde aan dat hij na 15:00 uur geparkeerd stond in zone 51430, waar geen betaling meer vereist was. Hij stelde dat de gemeente Tilburg mogelijk de zonenummers had omgedraaid. De rechtbank stelde vast dat de auto van de belanghebbende in zone 51397 stond, waar wel betaald moest worden. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de parkeerder is om te controleren of de parkeerbelasting is voldaan en om de juiste zone vast te stellen.

De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat de belanghebbende geen parkeerbelasting had betaald. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, wat betekende dat de naheffingsaanslag gehandhaafd bleef. De belanghebbende kreeg geen vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 9 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 21/5268

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 februari 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 26 oktober 2021.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting met [aanslagnummer] opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, sluit de rechtbank het onderzoek en behandelt de zaak niet op een zitting.

Feiten

2.1.
De auto met [kenteken] stond op 15 juli 2021 omstreeks 16:44 uur stil aan de Prinsenhoeven te Tilburg. Tijdens een controle op voornoemde datum en tijd is door parkeercontroleurs geconstateerd dat geen parkeerbelasting was voldaan.
2.2.
Naar aanleiding van de constatering dat geen parkeerbelasting was voldaan, is aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van € 45 bestaande uit een bedrag aan belasting van € 1 en € 44 aan kosten van de naheffingsaanslag.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de heffingsambtenaar terecht aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die belanghebbende heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
4. Naar het oordeel van de rechtbank slaagt het beroep van belanghebbende niet en is de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht opgelegd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Toetsingskader van de rechtbank
5. Op grond van artikel 225, tweede lid, van de Gemeentewet en het gelijkluidende artikel 1, aanhef en onder a, van de Verordening parkeerbelastingen van de gemeente Tilburg (de Verordening) wordt onder parkeren verstaan: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.
Gronden belanghebbende
6. Belanghebbende voert aan dat hij na 15:00 uur geparkeerd stond aan de Prinsenhoeven. De Prinsenhoeven valt onder zone 51430, waar voor het parkeren maar tot 15:00 uur hoeft te worden betaald. Zijn vader heeft op dezelfde dag en tijd zijn auto in dezelfde straat geparkeerd en hij heeft geen naheffingsaanslag opgelegd gekregen. Ter onderbouwing heeft belanghebbende foto’s overgelegd. Dat op de naheffingsaanslag de zone 51397 vermeld staat is niet juist. Mogelijk heeft de gemeente Tilburg de zonenummers op enig moment omgedraaid, zo stelt belanghebbende.
Is de naheffingsaanslag terecht opgelegd?
7.1.
Niet in geschil is dat de auto van belanghebbende op 15 juli 2021 omstreeks 16:44 uur geparkeerd stond aan de Prinsenhoeven te Tilburg. Deze locatie is door het college van burgemeester en wethouders aangewezen als plaats waar tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd. [1]
7.2.
De rechtbank stelt vast dat de Prinsenhoeven in zone 51397 ligt, waar voor het parkeren moet worden betaald van maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 02.00 uur en zondag van 12.00 tot 02.00 uur. Voor het parkeren in de naastgelegen zone 51430 moet worden betaald van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 15.00 uur. [2]
7.3.
De rechtbank overweegt dat van degene die parkeert op een fiscale parkeerplaats wordt verwacht dat hij onderzoekt of de parkeerbelasting is voldaan bij aanvang van het parkeren. Daarbij is het ook de verantwoordelijkheid van de parkeerder om de juiste zone vast te stellen, in dit geval zone 51397. Gezien de vermelding in het Aanwijzingsbesluit, kan de stelling van belanghebbende, dat hij geparkeerd stond in zone 51430, niet worden gevolgd. Belanghebbende had dit kunnen zien bij het inrijden van de zone en ook op de parkeermeter in de straat. Hiermee was voldoende kenbaar in welke zone belanghebbende zijn auto had geparkeerd. Daarbij komt dat de door belanghebbende gefotografeerde bebording niet ziet op het inrijden van de Prinsenhoeven, maar op het verlaten van die straat. In de aansluitende straat begint de zone 51430, waar een andere tijdzone voor betaald parkeren geldt. Deze vergissing dient voor rekening en risico van belanghebbende te blijven.
7.4.
Uit het voorgaande volgt dat belanghebbende voor het parkeren parkeerbelasting verschuldigd was. Hij heeft dit niet betaald. Daaruit volgt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
7.5.
Dat aan de vader van belanghebbende geen naheffingsaanslag parkeerbelasting is opgelegd, maakt het voorgaande niet anders en kan niet leiden tot vernietiging van de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd en gehandhaafd blijft.
Omdat het beroep ongegrond is, krijgt belanghebbende zijn griffierecht niet vergoed. Ook krijgt belanghebbende geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E. de Boer, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 9 februari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Artikel 2 van de Verordening en artikel 1 van het Aanwijzingsbesluit Betaald parkeren 2021-3.
2.Het Aanwijzingsbesluit Betaald parkeren 2021-3, bijlage 2 Stratenlijst betaald parkeren.