Op 7 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, die zijn auto op 15 juli 2021 om 16:44 uur aan de Prinsenhoeven te Tilburg had geparkeerd, ontving een naheffingsaanslag van € 45, omdat geen parkeerbelasting was voldaan. De heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg verklaarde het bezwaar van de belanghebbende ongegrond. De rechtbank oordeelde dat een zitting niet nodig was, omdat partijen daarmee instemden.
De rechtbank beoordeelde of de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De belanghebbende voerde aan dat hij na 15:00 uur geparkeerd stond in zone 51430, waar geen betaling meer vereist was. Hij stelde dat de gemeente Tilburg mogelijk de zonenummers had omgedraaid. De rechtbank stelde vast dat de auto van de belanghebbende in zone 51397 stond, waar wel betaald moest worden. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de parkeerder is om te controleren of de parkeerbelasting is voldaan en om de juiste zone vast te stellen.
De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat de belanghebbende geen parkeerbelasting had betaald. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, wat betekende dat de naheffingsaanslag gehandhaafd bleef. De belanghebbende kreeg geen vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 9 februari 2024.