ECLI:NL:RBZWB:2024:7238
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 oktober 2024, wordt het beroep van belanghebbende, een B.V. uit een onbekende plaats, tegen de WOZ-beschikking en de gelijktijdig opgelegde aanslagen onroerendezaakbelasting, rioolheffing en zuiveringsheffing behandeld. Het beroep is ingediend tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant, gedateerd 17 november 2023. Belanghebbende heeft op 23 november 2023 gereageerd op deze uitspraak, maar het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, zoals mogelijk is onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank oordeelt dat belanghebbende het griffierecht van € 365,- niet tijdig heeft betaald. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met brieven op 21 februari 2024 en 22 maart 2024, maar deze zijn ongeopend terugontvangen. Een laatste poging om het griffierecht te innen werd op 17 april 2024 gedaan, maar ook deze poging leidde niet tot betaling. Belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.