ECLI:NL:RBZWB:2024:7295
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 oktober 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend. De belanghebbende had gereageerd op de uitspraken op bezwaar van de inspecteur, maar de rechtbank concludeert dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift is overschreden. De dagtekening van de uitspraken op bezwaar was 20 april 2023, en de termijn voor het indienen eindigde op 1 juni 2023. Het beroepschrift werd pas op 19 juli 2023 ontvangen, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend.
De rechtbank legt uit dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. De rechtbank heeft de belanghebbende meerdere keren in de gelegenheid gesteld om een reden voor de termijnoverschrijding te geven, maar er is geen verontschuldiging voor het verzuim gebleken. Hierdoor blijft de niet-ontvankelijkheid van het beroep staan, en de rechtbank beoordeelt de bestreden besluiten niet inhoudelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.