ECLI:NL:RBZWB:2024:7318

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
29 oktober 2024
Zaaknummer
02-009892-24 (H)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis voorlopige hechtenis in strafzaak

Op 22 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een herstelvonnis uitgesproken in de strafzaak met parketnummer 02-009892-24. Dit herstelvonnis betreft een correctie van een eerdere uitspraak van dezelfde datum, waarin een misslag was geconstateerd. In het oorspronkelijke vonnis was ten onrechte vermeld dat de schorsing van de voorlopige hechtenis was opgeheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet de bedoeling was om de verdachte voor het onherroepelijk worden van het vonnis in hechtenis te nemen. Daarom heeft de rechtbank besloten om deze misslag te herstellen.

In het herstelvonnis is bepaald dat het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven. De rechtbank heeft overwogen dat de veroordeelde door dit herstel niet in enig rechtens te respecteren belang wordt geschaad. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, in tegenwoordigheid van de griffier. Het herstelvonnis is op dezelfde datum als de eerdere uitspraak gewezen, maar met de correctie in het dictum dat nu luidt: 'heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.'

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
parketnummer: 02-009892-24
herstelvonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 oktober 2024
gezien het vonnis van deze rechtbank van 22 oktober 2024 in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]
raadsman mr. J.H.E.M. Kersemaekers, advocaat te Breda.

1.De geconstateerde misslag

Gebleken is dat in het vonnis op pagina 13 sprake is van een misslag, namelijk dat in de laatste alinea van het dictum is opgenomen dat de schorsing van de voorlopige hechtenis is opgeheven. Het is niet de bedoeling van de rechtbank geweest om verdachte nog voor het onherroepelijk worden van het vonnis in hechtenis te nemen.
De rechtbank zal deze misslag herstellen in die zin dat het geschorste bevel van de voorlopige hechtenis zal worden opgeheven.
Overwegende dat veroordeelde door dit herstel niet in enig rechtens te respecteren belang wordt geschaad.

2.De beslissing

De rechtbank:
- herstelt het door deze rechtbank onder parketnummer 02-009892-24 op 22 oktober 2024 gewezen vonnis;
- bepaalt dat het laatste alinea van het dictum komt te luiden:

Voorlopige hechtenis

- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Aldus gewezen op 22 oktober 2024 door mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos, voorzitter,
mr. I. de Graaf en mr. W. Toekoen, rechters, in tegenwoordigheid van S. Boink, griffier.
Mr. Schnitzler-Strijbos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.