ECLI:NL:RBZWB:2024:7387
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Bastiaansen
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in proceskosten en immateriële schadevergoeding in belastingzaak
Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak tussen de inspecteur van de belastingdienst en een belanghebbende uit Spanje, vertegenwoordigd door mr. F.A. Piek. De zaak betreft meerdere belastingaanslagen, waaronder loonbelasting en omzetbelasting, over verschillende tijdvakken. De belanghebbende heeft haar beroepen ingetrokken nadat de inspecteur op 15 december 2023 de bezwaren gegrond heeft verklaard en de belastingaanslagen heeft vernietigd. De rechtbank heeft de inspecteur in de gelegenheid gesteld te reageren op de verzoeken om veroordeling in de proceskosten, die door de belanghebbende zijn ingediend na de intrekking van haar beroepen.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op de verzoeken om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur aan de belanghebbende is tegemoetgekomen, en kent haar een proceskostenvergoeding toe van € 2.625, berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Daarnaast heeft de rechtbank de inspecteur veroordeeld tot betaling van een vergoeding van immateriële schade van € 1.500 wegens overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor behandeling van bezwaar en beroep in beginsel twee jaar bedraagt, maar dat in dit geval bijna 39 maanden zijn verstreken.
De rechtbank heeft ook bepaald dat de inspecteur verplicht is het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 365 te vergoeden. Tevens is er recht op rente indien de vergoedingen niet tijdig worden uitbetaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.