Uitspraak
1.De procedure
2.Het geschil
tot vergoeding aan AIM van de schade die AIM heeft geleden doordat zij bij het einde van de huurovereenkomst een gedeelte van het tankstation op het gehuurde niet heeft kunnen wegnemen, nader op te maken bij staat, en te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf 12 december 2018;” (ECLI:NL:GHSHE:2020:3423).
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
3.6.4. Aan [gedaagde] kan, bij de door het hof gegeven uitleg van de huurovereenkomst, wel een tekortkoming in de uitvoering van de overeenkomst dan wel onrechtmatig handelen worden verweten ten aanzien van het feit dat hij AIM niet in de gelegenheid heeft gesteld om het verkooppunt in al zijn onderdelen weg te nemen. Wat betreft schade die AIM heeft geleden doordat zij onderdelen die zij had mogen wegnemen niet heeft kunnen wegnemen, kan AIM aanspraak maken op schadevergoeding.
€ 375.000,-, ofwel € 225.000,-, als redelijke vergoeding hebben geaccepteerd. Doordat dit de waarde is van het verkooppunt ten tijde van de beëindiging van de huurovereenkomst bedraagt haar vermogensschade als bedoeld in artikel 6:95 BW ten aanzien van het verloren gaan van het verkooppunt het laatstgenoemde bedrag.
€ 30.000,- maar onderkend moet worden dat zij ten aanzien van eventuele kopers met wie zij zou hebben kunnen onderhandelen over de overnamesom weinig keuze had. Nu AIM ook geen stukken in het geding heeft gebracht waaruit kan blijken dat dit bedrag in negatieve zin afwijkt van de marktwaarde bij gelijksoortige transacties is aannemelijk dat Sakko Commercial in eventuele onderhandelingen daadwerkelijk niet meer dan € 30.000,- voor het volledige tankstation zou hebben betaald. Dat AIM, zoals uit haar stellingen volgt, in het verleden investeringen heeft gedaan die maken dat de (boekhoudkundige) waarde van het tankstation vele malen hoger is doet daar niet aan af. In deze procedure is de vraag of [gedaagde] dan wel Sakko Commercial zijn verrijkt doordat laatstgenoemde het tankstation in gebruik heeft genomen en zij daarom geen investeringen heeft hoeven doen, niet aan de orde. Het gaat hier immers enkel om de schade ten gevolge van het feit dat AIM geen gebruik heeft kunnen maken van haar wegbreekrecht.