ECLI:NL:RBZWB:2024:7528
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 5 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/5557, waarin belanghebbende, een persoon uit België, beroep heeft ingesteld tegen een uitspraak van de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep betreft de rente berekend in de kennisgeving teruggaaf BPM, naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft dit oordeel zonder zitting geveld, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met een brief van 17 juli 2024 en een aangetekende brief van 16 augustus 2024, waarin een termijn werd gesteld voor betaling. Ondanks dat de aangetekende brief op 27 augustus 2024 is afgehaald, heeft belanghebbende het griffierecht niet tijdig voldaan en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep plaatsvindt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.