ECLI:NL:RBZWB:2024:7535
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 5 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/4999, waarin belanghebbende, een B.V. uit een onbekende plaats, beroep heeft ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de ontvanger van de belastingdienst. Het beroep betreft een aanmaning en de bijbehorende kosten in verband met de naheffingsaanslag BPM 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 371,- niet is betaald. De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de griffier belanghebbende tijdig heeft geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en dat belanghebbende geen goede reden heeft gegeven voor het niet tijdig betalen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan, omdat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk heeft beoordeeld en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.