ECLI:NL:RBZWB:2024:7575
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Afwijzing handhavingsverzoek ter zake bouwwerkzaamheden recreatiepark en voorlopige voorziening
Op 6 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening vroeg tegen de afwijzing van zijn handhavingsverzoek. Dit handhavingsverzoek was ingediend naar aanleiding van bouwwerkzaamheden voor de bouw van 90 recreatiewoningen aan de [locatie] te [plaats 2] door vergunninghoudster. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom had het handhavingsverzoek op 19 april 2024 niet-ontvankelijk verklaard, omdat verzoeker niet als belanghebbende werd beschouwd. Na bezwaar bleef het college bij de afwijzing, maar verklaarde de bezwaren van verzoeker ten aanzien van de brug ontvankelijk, terwijl deze ongegrond werden verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college op goede gronden de afwijzing van het handhavingsverzoek in stand had gelaten. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vergunninghoudster voldoende had gedaan om te voldoen aan de voorwaardelijke verplichtingen in de omgevingsvergunning, en dat er geen sprake was van een overtreding. Het beroep van verzoeker werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Verzoeker kreeg geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.