ECLI:NL:RBZWB:2024:7884

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 oktober 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
11272585 _ MB VERZ 24-1102
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke bebording en parkeerregels

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren op een wijze die niet was aangegeven op de Venestraat te Geertruidenberg op 9 april 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 11 oktober 2024 was de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, aanwezig, terwijl betrokkene niet verscheen. Betrokkene had in zijn beroepschrift aangevoerd dat de boete niet redelijk was, gezien de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden. Hij stelde dat er geen duidelijke aanwijzingen waren voor de juiste parkeerwijze en dat de parkeervakken te smal waren, waardoor schuin parkeren noodzakelijk was. Betrokkene had foto’s als bewijs overgelegd en stelde dat hij niemand had gehinderd.

De kantonrechter oordeelde dat de gedraging niet was komen vast te staan, mede door het ontbreken van duidelijke bebording. Hierdoor was de boete ten onrechte opgelegd. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking van de boete. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het betaalde bedrag van € 119,- aan betrokkene terug te betalen. Deze uitspraak werd gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11272585 \ MB VERZ 24-1102
CJIB-nummer : 1062 5422 5731 0160
uitspraakdatum : 11 oktober 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 oktober 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: Parkeren op parkeergelegenheid op andere wijze dan op (onder)bord is aangegeven op de Venestraat te Geertruidenberg op 9 april 2023 om 10:48 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Volgens betrokkene is er niet aangegeven wat hij fout heeft gedaan. Als er naar de situatie gekeken wordt, dan blijkt dat de parkeervakken erg kort en smal zijn en er daardoor geen mogelijkheid is om met twee auto’s naast elkaar te parkeren. Om die reden parkeren meerdere auto’s schuin om zo het fietspad aan de voorkant en het voetpad aan de achterkant vrij te laten. Betrokkene heeft foto’s gemaakt als voorbeeld en verwijst hiernaar. Ook heeft betrokkene niemand gehinderd, waardoor de boete onterecht is.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren, aangezien de zittingsvertegenwoordiger uit de foto’s in het dossier en het straatbeeld op Google Streetview geen bebording heeft gezien die erop wijst hoe geparkeerd dient te worden. Daardoor kan de gedraging niet worden vastgesteld.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat het om een onduidelijke situatie gaat, waarbij de bebording ontbreekt. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 119,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: