ECLI:NL:RBZWB:2024:7941
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in belastingzaak met betrekking tot verrekening van teruggaaf BPM
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2024, wordt het beroep van belanghebbende, een BV uit een onbekende plaats, tegen de uitspraak op bezwaar van de ontvanger van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft een teruggaaf van belasting op personenauto's en motorrijwielen (BPM) van € 205, die door de ontvanger is verrekend met een naheffingsaanslag. De ontvanger verklaarde het bezwaar van belanghebbende tegen deze verrekening niet-ontvankelijk, omdat de kennisgeving niet als een voor bezwaar vatbare beschikking wordt beschouwd. De rechtbank oordeelt dat zij onbevoegd is om over deze zaak te oordelen, omdat de belastingrechter niet bevoegd is om te beslissen over de verrekening van bedragen, en dat geschillen hierover aan de burgerlijke rechter voorgelegd moeten worden. De rechtbank verwerpt ook de stelling van belanghebbende dat de onmogelijkheid om alle geschillen met een bestuursorgaan voor te leggen aan de bestuursrechter in strijd is met het Unierecht. De rechtbank komt tot de conclusie dat belanghebbende geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.