ECLI:NL:RBZWB:2024:8222
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op WOZ-beschikking
Op 2 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/5295, waarin belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen de heffingsambtenaar van SaBeWa wegens het niet tijdig beslissen op een bezwaar tegen de WOZ-beschikking. De heffingsambtenaar had de waarde van een pand vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2022, maar heeft niet binnen de wettelijke termijn van 16 januari 2024 op het bezwaar beslist. Belanghebbende heeft de heffingsambtenaar op 4 april 2024 in gebreke gesteld, waarna de termijn voor het indienen van beroep is verstreken. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de heffingsambtenaar niet tijdig heeft beslist. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op het bezwaar en heeft een dwangsom van € 50 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Daarnaast heeft de rechtbank de door de heffingsambtenaar verschuldigde dwangsom vastgesteld op € 1.442, en moet de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51 en proceskosten van € 109,38 aan belanghebbende vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.