ECLI:NL:RBZWB:2024:8405
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging aanslag erfbelasting wegens niet verleend uitstel voor aangifte
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 december 2024, wordt het beroep van belanghebbende behandeld inzake de aanslag erfbelasting die hem is opgelegd na het overlijden van zijn echtgenote in 2019. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur van de Belastingdienst geen kenbaar uitstel heeft verleend voor het doen van aangifte erfbelasting, waardoor de aanslagtermijn niet is verlengd. De rechtbank heeft de zaak op 31 oktober 2024 behandeld, waarbij belanghebbende, zijn zoon en dochter aanwezig waren, evenals de inspecteurs mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2]. De rechtbank concludeert dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de uitstelbrief voor het doen van aangifte erfbelasting tijdig is verzonden. Hierdoor is de aanslag erfbelasting, die pas op 20 maart 2023 is opgelegd, vernietigd. De rechtbank oordeelt dat de aanslagtermijn liep tot 17 december 2020, en dat de aanslag niet meer kon worden opgelegd na deze datum. De rechtbank vernietigt de aanslag en bepaalt dat de inspecteur het griffierecht en proceskosten aan belanghebbende moet vergoeden.